'Financiële schade ov loopt op tot 4 miljard euro'
Wat er ook gebeurt, aan het eind van het jaar is het openbaar vervoer in Nederland zeker nog niet op het oude niveau. De financiële schade zal tot het eind van het jaar oplopen tot zo'n 2 miljard euro. En uitgaande van de ongunstige vooruitzichten zal daar volgend jaar zeker nog eens dat bedrag bijkomen, verwacht Pedro Peters, voorzitter van OV-NL.
De NS alleen al loopt per maand 100 miljoen euro mis, en daar komt tot het eind van het jaar nog zo'n 750 miljoen euro voor het stad- en streekvervoer bij, zegt Peters in BNR Zakendoen. 'En we weten 100 procent zeker dat we aan het eind van het jaar niet op het oude niveau zullen zitten. Het zal veel langer duren, dus er komt zeker nog een gelijk bedrag bij. Al is dat laatste koffiedik kijken.' De inkomsten blijven beperkt tot treinkaartjes, subsidies en de studentenkaart.
Lees ook | Liveblog Coronacrisis
Unieke regeling
Peters is daarom blij met de beschikbaarheidsvergoeding waar het kabinet vorige week mee kwam. 'Het is een unieke regeling, die alleen geldt voor het openbaar vervoer. Het kabinet wil dat wij als vitale functie vanaf juni weer 100 procent maximale dienstregeling gaan rijden. Aan de andere kant moeten mensen vooral thuis blijven werken. Daarmee creëer je een enorm gat: 100 procent of meer van de kosten die je maakt, en een heel klein percentage van de inkomsten.'
Beluister ook | Capaciteit ov nog maar 30 tot 50 procent benut
De regeling zorgt voor een eerlijke aanvulling van die tekorten, zegt Peters. De kosten worden aangevuld, maar winst zit er niet in. 'Het kabinet wil dat wij die maximale dienstregeling letterlijk beschikbaar stellen als dienst die we in opdracht van het kabinet leveren. Van de kosten die we maken om dat te bieden, plus de extra kosten door corona, worden de inkomsten afgetrokken. Het gat dat dan overblijft wordt - zonder winstopslag - vergoed door het kabinet.'
Maatschappelijk besef
Een 'schrijnend voordeel' van de corona-ellende is een sterker maatschappelijk besef van de vitaliteit van het openbaar vervoer in onze samenleving, constateert Peters. Dat betekent dat er meer ruimte komt voor maatschappelijke afwegingen. 'Dat is nooit een economisch argument, dan reed die bus daar niet. Die is alleen maar verlieslatend, daar moet je heel reëel in zijn. De sociale kant van het openbaar vervoer is dat je zo'n route aanvult met overheidssubsidies.'