Grote boosdoener voor de industrie zijn uiteraard de coronacrisis en de lockdown-maatregelen die vlak voor het tweede kwartaal ingingen. 'Sommige fabrieken zijn volledig gesloten geweest, en dat zorgt voor deze harde klappen in de sector. Er waren ook hele grote problemen met de toeleveranciers, waar zeker Nederlandse autofabrieken veel last van hebben gehad', meldt Peter Hein van Mulligen, hoofdeconoom van het CBS.
Olieprijzen
Ook de lage olieprijs werkte bepaald niet mee, zegt Van Mulligen. 'De productie lag al lager, maar toen door de coronacrisis de olieprijzen inzakten, merkte je dat terug in de omzet. Dat is inmiddels alweer wat minder erg, maar zeker aan het begin van het tweede kwartaal zag je dat heel duidelijk in de prijzen en dus ook in de omzet van raffinaderijen en de aardolie-industrie.' De tabaks-, de farmaceutische en de machine-industrie liegen wel gunstige cijfers zien, zegt Van Mulligen.
Luister terug | Ask me Anything | Eerste hulp bij faillissementen en werkloosheid
Fabrieken hebben in het tweede kwartaal lange tijd helemaal stilgelegen of deels stilgelegen. Daardoor is de productie ver onderuit gegaan. Maar ook de vraag is verminderd vanuit de consument, zegt Leo Kusters, directeur van AutomotiveNL, dat toeleveranciers vertegenwoordigt binnen de auto-industrie. 'Tot en met het tweede kwartaal is die koopbereidheid heel slecht geweest, pas in juli zie je het opleven. We weten nog niet of dat een inhaaleffect is.'
Luister terug | Nederlandse economie krimpt met een ongekende 8,5 procent
De prognoses zijn volgens Kusters dat de consumentenvraag na een klein golfje in juli toch weer iets terugzakt ten opzichte van het gewenste niveau. 'Op Europese schaal verwachten we een terugval van 20 tot 30 procent. Je ziet in ieder geval dat de productiebedrijven enorm terug moeten schalen. Die komt nu weer op niveau, maar die zal straks ook weer wat terugzakken. Als je op dit soort percentages uitkomt, dan zal er onvermijdelijk uitval zijn.'
