Rechter: KLM-steun is rechtmatig
De overheidssteun aan KLM is niet onrechtmatig. Dat blijkt uit het vonnis van de rechtbank Den Haag in de zaak die Greenpeace had aangespannen tegen de Nederlandse Staat.
Volgens de rechtbank heeft de staat op het gebied van duurzaamheid en leefbaarheid diverse voorwaarden aan het steunpakket verbonden. De overheid is naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter niet genoodzaakt voorwaarden aan het pakket te verbinden, die impliceren dat KLM wordt verplicht de door Greenpeace verlangde C02-emissiereductie te bewerkstelligen.
Luister terug | Zo werd de miljardensteun voor KLM ineens onzeker
Het was Greenpeace in eerste instantie te doen om de voorwaarden die de staat stelt aan het steunpakket, meldt het vonnis. De staat laat volgens Greenpeace tot op heden na klimaatbeschermende maatregelen te nemen die specifiek betrekking hebben op de luchtvaartsector, terwijl ook de luchtvaartsector volgens Greenpeace zijn steentje aan de gestelde reductiedoelen moet bijdragen.
In beroep
De vraag is of Greenpeace in beroep gaat, zegt Tim Bleeker, promovendus milieuaansprakelijkheidsrecht en klimaatrecht aan de Universiteit Utrecht. 'Er zit misschien nog wat ruimte in de argumentatie van de rechtbank, die erop wijst dat de internationale luchtvaart niet onder de klimaatverdragen en klimaatafspraken. Eigenlijk wordt dit soort zaken geregeld door de VN-organisatie voor burgerluchtvaart.'
Breek: @GreenpeaceNL verliest zaak tegen staat om steun @klm
— Yteke de Jong (@ytekedejong) December 9, 2020
Die VN-organisatie stelt wel voorwaarden aan de uitstoot van luchtvaartmaatschappijen, maar Greenpeace vraagt meer, zegt Bleeker. 'Dat was aanleiding voor het afwijzen van de vordering. Maar ergens zit misschien nog een haakje, omdat de rechter ook zegt dat wat internationaal gevraagd wordt van vliegmaatschappijen misschien niet genoeg is om de klimaatdoelen te behalen. Maar de rechtbank acht zich niet bevoegd om daar nu iets over te zeggen.'
Die VN-organisatie stelt wel voorwaarden aan de uitstoot van luchtvaartmaatschappijen, maar volgens Greenpeace gaan die verplichtingen niet ver genoeg. ‘De rechtbank zegt begrip te hebben voor die stelling, maar acht zich niet bevoegd om op het internationale besluitvormingsproces in te grijpen. Ook in de klimaatverdragen en het Urgenda-arrest ziet de rechter geen aanknopingspunten voor verdergaande klimaatverplichtingen.'
Dat was aanleiding voor het afwijzen van de vordering, zegt Bleeker. ‘Maar ergens zit misschien nog een haakje’, want als de rechter meent dat wat internationaal gevraagd wordt van vliegmaatschappijen niet genoeg is om de klimaatdoelen te behalen, is het in theorie mogelijk dat op basis van nationaal recht alsnog een verplichting kan worden vastgesteld. 'Dit gebeurde ook in eerste aanleg van het Urgenda-proces.’ Maar, zo stelt Bleeker, ‘Greenpeace is juridisch gezien wel de underdog.’