CBS: Nederland in kopgroep stijgende consumentenprijzen
De consumentenprijzen waren afgelopen jaar gemiddeld 1,3 procent hoger dan in 2019. Een jaar eerder was de prijsstijging nog 2,6 procent. Ondanks de daling van de inflatie zit ons land nog altijd in de kopgroep van landen waar de prijzen het hardst stijgen, blijkt uit cijfers van het CBS.
Het was al duidelijk dat de consumentenprijzen in 2019 hoger zou uitvallen dan in 2020. 'Het cijfer in 2019 was eenmalig omhoog geduwd door de btw-verhoging. In 2019 is het verlaagde tarief van zes naar negen procent gegaan. Dat heeft tijdelijk de inflatie omhoog geduwd', zegt Han de Jong, BNR-huiseconoom.
Wat helemaal niet werd verwacht, was dat de inflatie in de loop van het jaar terug zou komen. 'In januari 2020 bedroeg de inflatie nog 1,8 procent, aan het eind van het jaar zitten we rond de een procent. Dat heeft natuurlijk alles te maken met de pandemie en vooral de gedaalde energieprijzen.'
Energie
De kosten van energie daalden in totale kosten met maar liefst 12 procent. 'Gedeeltelijk komt dat door de gedaalde olieprijs. Maar ook heel belangrijk daarbij zijn de veel lagere elektriciteitsprijzen. Die zijn bijna 40 procent gedaald. Wat mij ook nog opviel is dat de prijzen van de rookwaren fors zijn gestegen. Van de 1,3 procent inflatie voor het jaar als geheel komt 0,2 procentpunt door de stijging van de rookwaren. Als je geen roker was, was de inflatie voor jou dus geen 1,3 maar 1,1 procent.'
Prijsstabiliteit
De Europese Centrale Bank heeft prijsstabiliteit als hoofdtaak en streeft naar 2 procent inflatie. Voor de koopkracht is het beter als de inflatie laag is. Er wordt volgens De Jong vaak gevraagd waarom de ECB dan niet streeft naar nul procent inflatie. 'De ECB en andere centrale banken willen graag een veiligheidsmarge. De ervaringen in Japan van de laatste decennia suggereren dat wanneer de inflatie onder nul zakt, het moeilijk is om daarmee weg te komen. Als je op nul zit en er komt een negatieve schok in je economie, dan kun je zomaar onder nul zitten, vandaar de veiligheidsmarge.'