Van Rijswijk noemt drie elementen in het bijzonder die bijdroegen aan het mooie resultaat. 'In onze rente-inkomsten zijn we geholpen door de subsidie die we krijgen van de ECB, door het ondersteunen van klanten met groeiende leningen. Ten tweede hebben we sterke fee-inkomsten gerealiseerd die met negen procent groeiden ten opzichte van vorig jaar. En we hebben risicokosten gerealiseerd die een stuk lager waren in het eerste kwartaal toen de Covid-pandemie begon.'
Voor 2021 is Van Rijswijk afwachtend: 'We hebben nog steeds een aantal voorzieningen die we zouden kunnen laten vrij vallen, maar dat hebben we nog niet gedaan. We hebben steeds de buffers op het zelfde niveau gehouden. Het blijft afwachten wat er gebeurt als de economische situatie weer normaliseert.'
Gevraagd naar de resultaten in retailbanking zegt Van Rijswijk dat het eerste kwartaal het aantal deposito's bleef stijgen. 'Het steeg in het eerste kwartaal met 8 miljard, dat is relatief hoog. We zien ook dat consumentenbestedingen nog steeds onder het niveau liggen van wat we normaal zien. Wat we wel zien is doordat de café's en de winkels weer open gaan, dat er meer pinbetalingen worden gedaan dan een aantal weken geleden.'
Van Rijswijk ziet ook steeds meer mensen gaan investeren. Vorig jaar had ING 719.000 nieuwe mensen die gingen investeren bij ING, dit eerste kwartaal waren er dat al meer dan 250.000.
Aan de bedrijvenkant een gemengd beeld. 'We zien weinig ondernemingen die hun betalingsverplichtingen niet kunnen voldoen.' Iets wat niet geldt voor bedrijven in de vrije tijdsector en de transportsector. Van Rijswijk denkt dat het belangrijk is dat als de economie weer tractie krijgt de overheid de staatssteun niet in één keer terug schroeft, maar deze langzaam afbouwt zodat bedrijven een 'zachte landing' krijgen.