‘PostNL neemt maatschappelijke verantwoordelijkheid serieus’
PostNL heeft een grote maatschappelijke functie en daar hoort een verantwoordelijkheid bij, dat zegt Herna Verhagen, topvrouw van PostNL in BNR’s Big Five.
Eerder kreeg PostNL van FNV de kritiek dat het bedrijf succes boekt ten koste van flexwerkers. Die zouden worden uitgeput en slecht betaald. Topvrouw Herna Verhagen herkent die kritiek niet. ‘Ik sta voor een PostNL dat sociaal is voor medewerkers’, zegt Verhagen in BNR’s Big Five. ‘De meeste medewerkers hebben we in dienst op basis van een arbeidsovereenkomst. Alleen voor de echte piekmomenten, als het echt niet anders kan of als het moeilijk is mensen te werven dan schakelen we uitzendkrachten in. Het percentage flex is dus echt heel laag.’
‘PostNL heeft maximaal twee procent flexwerkers in dienst. Ik zou niet weten welke stappen we dan nog meer kunnen zetten.’ Toch is Verhagen niet verbaasd dat die discussie over flexibele postbezorgers soms wordt aangewakkerd. ‘Post NL is een merk dat heel veel Nederlanders aan gaat. Dat zegt meteen iets over de enorme maatschappelijke functie die PostNL heeft en dat zorgt voor publiciteit.’
Coronawinst
PostNL heeft in coronatijd flinke winst gemaakt, terwijl sommige bedrijven het juist zwaar hebben gehad. Het postbedrijf voelt een maatschappelijke verantwoordelijkheid en probeert met extra betalingen die verantwoordelijkheid te dragen. ‘We hebben bijvoorbeeld 18 miljoen euro betaald aan alle medewerkers en mensen die voor ons werken. En toen de retail verplicht moest sluiten, maar wel open mocht blijven voor post- en pakkethandelingen, hebben we 20 miljoen euro extra aan retailers uitgekeerd.’
Verhagen ziet niets in een winstbelasting voor bedrijven die door corona extra goed hebben gedraaid. ‘Ik denk dat wij al voldoende hebben gedaan. Onze winst is 240 miljoen euro en bijna 40 miljoen euro hebben we daar van uitgekeerd om de maatschappij draaiende te houden. Wij hebben de verantwoordelijkheid genomen, wel of geen winstbelasting vind ik verder een politieke discussie.’