
In totaal hebben 162.000 bedrijven loonsteun ontvangen of een tegemoetkoming voor de vaste lasten. Aan het begin van de crisis ontvingen de meeste bedrijven gelijktijdig coronasteun, maar waar tandartsen, rijscholen en kappers eerst nog wél steun aanvroegen, daar maakten zij nauwelijks gebruik van vervolgsteun. Veel ontvangers kwamen uit de cultuursector: zo maakten 8 op de 10 bioscopen doorlopend gebruik van steun.
Volgens Van Mulligen piekte het aantal bedrijven tijdens het eerste kwartaal met 35 procent, en daalde het aantal ontvangers van steun naar minder dan 20 procent later tijdens de strenge lockdown: 'Ik denk dat het eerst heel veel angst en onzekerheid was, en dat veel bedrijven dachten: better safe than sorry. Achteraf bleek veel van die steun helemaal niet nodig'.
'Als je kijkt naar baanverlies en aantallen faillissementen, zie je dat het beleid redelijk succesvol is. Aan de andere kant zijn er waarschijnlijk ook bedrijven in leven gehouden die ook anders failliet waren gegaan. Je ziet in latere fases dat er gerichter gesteund werd, en tegelijkertijd dat bedrijven ook kritischer keken: hebben we dit wel nodig of staan we straks om niks bij de overheid in het krijt?'