Volgens De Jong zijn afzetprijzen industrie van een andere orde dan consumentenprijzen - niet alleen zijn ze volatieler, de factor olie - cruciaal in veel productieprocessen - speelt een grotere rol. Hogere olieprijzen? Dan duurdere industriële productie.
Ondernemersvertrouwen, een wisselend beeld
Het ondernemersvertrouwen ligt desondanks hoog. 'Dat is een trend van de laatste maanden dat ze positiever zijn.' Overigens maakt het CBS een sectorale uitsplitsing waarbij de dienstensector geheel buiten beschouwing gelaten wordt. Het vertrouwen is het hoogst in de elektrotechniek en de machinebouw. Logisch, vindt De Jong: 'De wereldeconomie herstelt zich en dit is een sector die veel exporteert.' Het vertrouwen is het zwakst en het meest gedaald in de voeding en genotmiddelen. Evenzeer logisch, vindt de econoom, dat heeft immers alles met de lockdown te maken. 'Dat wordt ook de komende tijd niet beter.'
Opmerkelijk is het vertrouwensherstel in de transportmiddelenindustrie. Dat toegenomen vertrouwen is tegen de trend in. 'Die industrie kampt al langer met een tekort aan geheugenchips, maar nu komen er berichten dat die problemen minder worden.'
Olie
In alle takken van de industrie stegen de prijzen, maar de olie-industrie spande de kroon. Hier waren producten 92,7 procent duurder dan in november 2020. Ook in de chemie, waar veel olie wordt gebruikt, stegen de prijzen flink. Op jaarbasis werden producten van deze bedrijfstak vorige maand 45,6 procent duurder.
De ontwikkeling van de afzetprijzen in de industrie hangt volgens het CBS sterk samen met de prijsontwikkeling van ruwe aardolie. In november kostte een vat ruwe Brentolie gemiddeld bijna 71 euro. Dat was ruim 90 procent meer dan een jaar eerder. Destijds lagen de olieprijzen namelijk nog erg laag doordat lockdowns de vraag naar bijvoorbeeld benzine of kerosine drukten. In oktober 2021 was de prijs gemiddeld van een vat olie gemiddeld 72 euro, wat ruim het dubbele was van oktober 2020.
Op maandbasis namen de afzetprijzen van de industrie in november met 0,7 procent toe. De prijzen op de binnenlandse markt stegen met 1,2 procent. Op de buitenlandse markt ging het om een toename met 0,4 procent.