
‘Het is een optie die het ministerie een beetje over het hoofd heeft gezien’, zegt Hans Grünfeld, algemeen directeur van de Vereniging voor Energie, Milieu en Water (VEMW). ‘Gedwongen afschakelen is een paardenmiddel, wat je ten koste van bijna alle moet proberen te voorkomen. Door gebruik te maken van deze regeling kan de inwerkingtreding van het noodplan worden uitgesteld, of vermeden worden.’
‘Het is een mooie manier om het laaghangend fruit te benutten’, voegt Martijn Broekhoff van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) toe. ‘We weten nog niet precies wie er allemaal wel en niet makkelijk kan afschakelen, maar misschien zijn er zelfs bedrijven die nu al van deze biedladder gebruik zouden willen maken. Bedrijven die zeggen wel een paar weken, of een paar maanden, wat minder te kunnen draaien.’
Het ministerie kan aan de hand van de biedladder beslissen welke bedrijven in een noodsituatie tijdelijk, of voor langere tijd, van het gas afgesloten kunnen worden. Grünfeld zegt veel signalen te hebben ontvangen van bedrijven die gebruik willen maken van de regeling, en ook Broekhoff zegt dit terug te horen in gesprekken met bedrijven. ‘We denken dat er behoorlijke interesse zal zijn’, stelt hij.
Overlaten aan de markt
In het huidige plan, het Bescherm- en Herstelplan gas, staat dat de overheid bij een crisissituatie, dus een groot gastekort, kan bepalen welke bedrijven afgesloten moeten worden en op welke volgorde, zegt René Peters, directeur gastechnologie bij TNO. ‘VEMW zegt daarom terecht: waarom laat je de bedrijven niet zelf bepalen of ze bereid zijn tegen een compensatie af te sluiten? Afstemmen met de gebruikers is altijd beter, want dan kunnen bedrijven zich ook gaan voorbereiden. En de overheid hoeft waarschijnlijk minder compensatie te betalen, win-win voor iedereen.’
Peters denkt ook dat er veel bedrijven zullen zijn die zich hiervoor willen aanbieden. ‘Omdat er veel bedrijven zijn die de kosten van hun energiegebruik niet kunnen doorrekenen in hun eindproduct. Dat zijn vooral de bedrijven die concurreren op een internationale markt.’ De regeling zal niet voor alle bedrijven geschikt zijn, legt directeur Robert Kielstra van nutsbedrijf ECW Energy uit. ‘Grootverbruikers die essentiële taken hebben zoals het gas gebruiken om het land van elektriciteit te voorzien, zullen niet snel gevraagd worden af te schalen.’
Klein nadeel
Wel zit er volgens Peters een klein nadeel aan het plan. ‘Dat is dat je als overheid geen grip meer hebt op welke industrieën je van essentieel belang vindt voor de economie en de maatschappij, en welke niet.' Dit probleem kan volgens hem ondervangen worden door eerst de overheid een aantal eisen te laten stellen. ‘Zo kan bijvoorbeeld de voedselproductie uitgesloten worden van de regeling. Vervolgens kunnen de bedrijven die niét uitgesloten zijn, gaan bieden. Op die manier laat je het redelijk over aan de markt, maar hou je wel een beetje regie.'
Kunstmestbedrijf Yara is een van de grootverbruikers van gas, en voorstander van het voorgestelde systeem. Directielid Gijsbrecht van Gunter laat dan ook weten dat het bedrijf ‘in essentie’ bereid is zelf op de ladder te gaan staan. ‘We zullen het niet heel snel doen, maar we sluiten het niet uit. Voor een tijdje voor een bepaald percentage afschalen zoú kunnen. Toch is het eerst de vraag hoe de ladder precies gaat werken, en hoe alles er op dat moment voor staat.’
Reactie ministerie
Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat laat weten dat een ‘besparingstender’ een maatregel is uit het Bescherm- en Herstelplan Gas, al is deze maatregel nog niet volledig uitgewerkt. ‘We hebben de maatregel wel zoveel mogelijk voorbereid voor als het Bescherm- en Herstelplan wordt geactiveerd, maar hij staat op dit moment niet open. Uiteraard monitort het kabinet dagelijks of dat nodig is', aldus een woordvoerder.
Niet wachten, nu handelen
René Peters van TNO benadrukt dat het voor het ministerie nu wel het moment is om de regeling uit te werken, en een inventarisatie te doen. ‘Als je zo’n tenderregeling uitwerkt en openstelt, dan duurt dat wel een paar maanden. Daar heb je in een echte crisis geen tijd voor. Op dit moment ziet iedereen wat er langzaamaan aan het gebeuren is. Met de oorlog, met Gazprom. Het wordt steeds serieuzer nu ook Duitsland en Italië deels worden afgesloten. Je kan wachten tot het echt crisis is, maar je wil zo’n plan juist maken om te voorkomen dat je echt in die situatie beland. Dat plan wil je dan klaar hebben liggen, dus daar moet je nú aan werken met de sector.’