'Het is dramatisch', zegt macro-econoom Han de Jong. Met name door de hoge voedingsprijzen. 'Dat raakt iedereen, en is overal voel- en zichtbaar.' En volgens De Jong is de pijn nog niet voorbij. 'De gasprijs is met maar liefst 70 procent weer gestegen en de huurprijzen gaan stijgen. Dit zijn belangrijke factoren voor het bepalen van de inflatiecijfers, dus het kan niet anders dan dat het inflatiecijfer in juli weer omhoog is gegaan'.

Dure energie
In juni was elektriciteit, gas en stadsverwarming 84 procent duurder dan een jaar eerder, in mei was dat 105 procent. Energie is een belangrijke aanjager van de inflatie. De prijsontwikkeling van energie wordt door het CBS gemeten op basis van nieuwe contracten.
Ook de prijsontwikkeling van kleding drukte de inflatie. Daartegenover stond een grote prijsstijging van voeding. Eten en drinken werd in doorsnee 11,2 procent duurder op jaarbasis. Vooral zuivel en vlees stegen in prijs. Sinds september vorig jaar is eten almaar duurder geworden.
Ook voor motorbrandstoffen moest meer worden betaald. Voor diesel, benzine en andere brandstoffen waren consumenten in doorsnee ruim een derde meer kwijt dan een jaar eerder, tegen ruim 27 procent in mei. Aan de pomp kostte een liter benzine in juni 2,35 euro, in mei was dat 2,19 euro. In april was de benzineprijs nog gedaald ten opzichte van de maand daarvoor, als gevolg van de accijnsverlaging op motorbrandstoffen.
Amerikaanse zorgen
Ook in Amerika maken ze zich grote zorgen. Uit de notulen van de laatste Fed-vergadering [die gisteravond werden gepubliceerd] blijkt dat de centrale bankiers dit vooral met verdere renteverhogingen willen bestrijden. Opvallend genoeg komt het woord recessie nog niet in de notulen voor.
Het CBS had eerder al het inflatiecijfer van juni gemeld op basis van de Europese geharmoniseerde meetmethode. Dat kwam uit op 9,9 procent. In die berekening worden onder andere de kosten voor wonen, zoals de huurprijzen, buiten beschouwing gelaten.