Na de stijging van de consumentenprijzen met 11,7 procent in maart nam de inflatie in april, mei en juni juist geleidelijk wat af. En dat is geen verrassing te noemen, denkt Luc Aben, hoofdeconoom bij Van Lanschot Kempen. 'De inflatie was natuurlijk al een hele tijd hoog. Maar nu zie je opnieuw een kleine versnelling, en dat is niet echt een verrassing', stelt Aben. 'Niet alleen in Nederland ook, ik zou bijna zeggen dat het wereldwijd gaande is. Daarbij verwijs ik ook naar de centrale banken, de Amerikaanse Federal Reserve en de Europese Centrale Bank. Die zijn net iets steviger op het monetaire rempedaal aan het drukken.'
Huurprijzen
Het statistiekbureau meldt de cijfers via de Europees geharmoniseerde methode, die in het leven is geroepen om de inflatiegegevens van verschillende Europese landen goed met elkaar te kunnen vergelijken. Het CBS publiceert later het maandcijfer over de inflatie volgens zijn eigen rekenmethode.
Of die cijfers ook hoger zijn, durft Aben niet te zeggen. 'Dat is moeilijk in te schatten, maar de trend zal ongeveer hetzelfde zijn. Een belangrijk verschil tussen de Nederlandse en Europese methode is dat in Nederland de woonkosten worden meegerekend. Die woonkosten zijn gebaseerd op huurprijzen, en ik heb nog geen geluiden gehoord dat die aan het dalen zijn.'
In juni bedroeg deze inflatie 8,6 procent in vergelijking met een jaar eerder. In mei was dat nog 8,8 procent.
