
Bakkers zijn weliswaar energie-intensieve bedrijven die voor de regeling in aanmerking zouden moeten komen, de regeling is er een met terugwerkende kracht en er moet aangetoond worden dat 12,5 procent van de bedrijfskosten naar energie gaan. Tot die tijd is de kleine bakker op zichzelf aangewezen. Minister Adriaansens van Economische Zaken adviseert het mkb dan ook te rade te gaan bij de banken.
Geen ondernemersrisico
Zuidweg: 'Maar dan moet je dus kunnen aantonen dat je aan die 12,5 procent-eis voldoet. Dat is nou juist waar we over vallen omdat er heel veel buiten de boot vallen. Er wordt nu weer een regeling opgetuigd voor de wat grotere bedrijven. Het zijn bijzondere omstandigheden. Dit kun je niet afdoen als ondernemersrisico. Als je als overheid steunmaatregelen verstrekt, dan moet je daar rekening mee houden. Je kunt niet de hele wereld redden, maar het is belangrijk om te kijken naar in de kern levensvatbare bedrijven. Ik denk dat overheid zich achter de oren moet krabben. Anders krijgen we echt een verschraling van het aanbod in de winkelstraten'.
Zombiebedrijven
Om te voorkomen dat de zoveelste generieke steunmaatregel niet levensvatbare 'zombiebedrijven' overeind houdt, pleit Zuidweg voor een aparte regel voor levensvatbare bedrijven. Over het argument van minister Adriaansens dat de regeling generiek is omdat hij anders niet uitvoerbaar is, zegt Zuidweg: 'Je kunt het best redelijk optuigen om aan te tonen dat je bedrijf wel levensvatbaar is. Je kunt laten zien wat de impact van de stijgende energiekosten is, en dat een bedrijf het daardoor niet redt.' Ze wijst erop dat deze differentiatie in de schuldhulpverlening wel mogelijk is.