
Of er ook daadwerkelijk sprake is van beïnvloeding, durft hoogleraar Belastingrecht en partner bij PwC Herman van Kesteren niet te zeggen. 'Sponsoren fungeren in ieder geval als klankbord voor ons, om te kijken wat wij precies in de toekomst aan onderwijs willen geven', zegt hij. 'Er zijn tal van ontwikkelingen in de economie die je mee wil nemen in je onderwijs, en de sponsoren zijn dagelijks met die problematiek bezig. Zij voelen aan waar de ontwikkelingen zitten, en daar maken wij als hoogleraren dankbaar gebruik van.'
Lees ook | 'Benoemingen op universiteiten moeten op basis van verdienste'
Van Kesteren is zich er terdege van bewust dat hij twee petten draagt, en hij begrijpt dan ook dat de wenselijkheid dat hoogleraren zowel bij de universiteit werken als dat ze elders werken een thema is. Hij noemt het een valide punt om te bespreken, dat zowel voor- als nadelen kent.
Beter onderwijs
Zo betoogt hij dat hoogleraren door meerdere aanstellingen beter onderwijs kunnen geven en mensen gerichter op kunnen leiden. Echter, Follow The Money onderzocht juist dat 17 van de 23 medewerkers die op de opleiding lesgeven, van sponsoren vandaan komt. Van Kesteren: 'Dat komt omdat de afspraak is dat sponsoren ook mensen en geld ter beschikking stellen. Met dat geld kunnen anderen worden aangetrokken, maar de sponsoren hebben de verplichting om hun eigen mensen voor één of twee dagen in de week ter beschikking te stellen.'
‘Als we goede universiteiten willen hebben, is er privaat geld nodig’
Op financieel gebied krijgt hij bijval van hoogleraar Economie Arnoud Boot van de Universiteit van Amsterdam, die stelt dat universiteiten niet zonder privaat geld kunnen. 'Als we goede universiteiten willen hebben, hebben we niet alleen financiering vanuit de overheid nodig, maar ook vanuit de markt', zegt hij.
Kennis staat voorop
Echter, daarbij maakt Boot wel een kanttekening. Hij vindt namelijk dat universiteiten over het bachelor- en het masterprogramma gaan, en over promoties. 'Dat is het initiatief, en het initiatief moet daarin ook volledig bij universiteiten blijven', betoogt hij. 'Dat je een vak aanbiedt, waarbij kennis van de praktijk belangrijk is en waarbij een gastdocent een deel van de cursus verzorgt, is op zichzelf ook helemaal niet verkeerd.'
Lees ook | Dijkgraaf hekelt gebrek aan transparantie over financiering hoogleraren
En precies daar zit de crux, zo denkt Boot. Op het moment dat een gastdocent het initiatief over dreigt te nemen als het gaat over het bachelor- of masterprogramma, dan gaat het mis. 'Het initiatief mag op geen enkele wijze buiten de universiteit liggen.'
Waken
Boot roept dan ook op om ervoor te waken dat er geen hoogleraren worden aangesteld die de meerderheid van hun tijd in de praktijk zitten. 'Die hebben ook klanten die ieder moment van de dag bellen omdat ze iets willen', zegt hij. 'Het betekent dat er hoogleraren op universiteiten rondlopen voor hooguit 10, 20 of 30 procent, die helemaal geen tijd hebben voor wetenschap.'
Volgens Boot kunnen zij heus wel een paar lessen geven, 'en dat mogen ze ook', maar hij zou ze liever geen hoogleraren noemen. Eerder pleitte hij bij BNR al dat universiteiten nieuwe titels zouden kunnen verzinnen. 'Zoals adjunct-hoogleraar. Daarmee hou je ze buiten de hiërarchie van de universiteit', vindt hij. 'De hiërarchie van de universiteit moet op basis van verdienste zijn.'