Enkele weken geleden had het Centraal Economisch Planbureau de verwachting geuit dat de overheid zou kampen met een begrotingstekort van zes miljard euro. Maar doordat de overheidsinkomsten met 39 miljard euro zijn gestegen, kan de overheid nu rekenen op een meevaller. Daarnaast waren de uitgaven ook minder hoog dan verwacht, legt BNR's huiseconoom Han de Jong uit. 'Dat komt doordat de steun aan bedrijven lager is uitgevallen, want we hadden bijvoorbeeld veel minder lockdowns dan in 2021. Daar komt eigenlijk ook bij dat de overheid moeite heeft met geld uitgeven.'
Lees ook | Nederland behoudt hoogste kredietbeoordeling van Moody's
Personeelstekorten
De oorzaak daarvan ligt met name bij de krapte op de arbeidsmarkt. 'Het lukt soms niet om alles wat begroot is uit te geven, omdat er personeelstekorten zijn. Dat heeft waarschijnlijk een aantal miljard gescheeld.' Ook zorgde het afromen van de overwinsten van de fossiele industrie voor een plusje van zes miljard op de rijksbegroting: 'Daardoor zijn de overheidsfinanciën toch wel lekker meegevallen.'
‘Het is misschien een stom toeval of een vooruitziende blik’
Ondanks de kleine meevaller is de overheidsschuld wel gestegen met ruim 31 miljard euro. Maar procentueel gezien is er juist een daling van 1,5 procent ten opzichte van het bruto binnenlands product (bbp). Ten opzichte van de EU-begrotingsregels staat Nederland er ook goed op. Zo was er in 2022 dus geen begrotingstekort en is de schuldquote met 51 procent nog ver onder de limiet van zestig procent die de EU stelt.
Lees ook | '2023 een van de slechtste economische jaren in dertig jaar'
Slimme zet?
Het ministerie maakt volgens De Jong een inschatting 'hoe groot het tekort wordt en op basis daarvan leent het geld'. Nu blijkt dat die schatting te hoog was en er meer geld is geleend dan eigenlijk nodig was. Maar dat is niet per se erg, vindt De Jong. Met de huidige kennis zou het juist een slimme zet zijn geweest, stelt de econoom. 'Destijds waren er lagere rentes dan die er nu zijn, dus dat is misschien een stom toeval of een vooruitziende blik.'
