
'Het ziet er niet best uit', zegt De Jong. Vorig jaar had China het heel moeilijk omdat het land voortdurend in strikte lockdown was. Toen de regering in december besloot af te stappen van de strenge coronamaatregelen en de samenleving te heropenen, was de verwachting dat de economie sterk zou groeien. Dit zou eveneens een impuls geven aan de rest van de wereld. 'Maar het loopt nu heel anders.'
Lees ook | Chinese economie zakt weg in deflatie
Verminderen van afhankelijkheid
Volgens De Jong speelt mee dat landen het productieproces van verschillende producten verplaatsen van China naar landen als Vietnam. Laatstgenoemde land is in veel gevallen inmiddels goedkoper als vestigingsplaats en productieplaats dan China. Daarnaast zit er ook een geopolitiek aspect aan het probleem. Zo vragen bedrijven zich af of het verstandig is om sterk in te zetten op activiteiten in China. De angst bestaat namelijk dat wanneer er in de toekomst geopolitieke spanningen met China ontstaan, die gepaard gaan met maatregelen door westerse overheden, waardoor activiteiten in China wellicht moeten worden beperkt.
Infrastructuur te duur
Hoe kan China de economie weer een slinger geven? 'In het verleden hebben ze dat eigenlijk altijd gedaan door infrastructurele projecten te beginnen of te versnellen', legt De Jong uit. Maar het land zet daar nu niet op in. Wat hierin meespeelt is dat die investeringen vaak lopen via lokale overheden in China. 'Die moeten daarvoor natuurlijk geld lenen, en dus extra schuld op hun schouders nemen. Maar inmiddels zijn heel veel van dat soort entiteiten al geconfronteerd met grote schulden. Er zitten grenzen aan hun capaciteit om nog meer schuld op te nemen en hun bereidheid om dat te doen. De stimuleringspakketten die ze wel nemen, zetten tot nu toe niet heel veel zoden aan de dijk.'
‘De stimuleringspakketten die ze wel nemen, zetten tot nu toe niet heel veel zoden aan de dijk’
De gevaarlijke route
Wat nog wel kan, is ingrijpen via het monetair beleid. 'China heeft niet gedaan wat onze centrale banken wel gedaan hebben, en dat is schulden opkopen.' Maar dat is wel 'een gevaarlijke route', volgens De Jong. 'En anders is het een kwestie van toch maar een beetje doormodderen en proberen.' Schulden van entiteiten die te zwaar in de schulden zitten zouden dan gesaneerd moeten worden, zodat die 'meer armslag krijgen.' 'Maar dat is een langzaam en vrij pijnlijk proces.'
Lees ook | 'ECB is bezig met wishful thinking'
Toch ligt De Jong nog niet wakker van de nieuwste deflatie-cijfers. 'Maand op maand was er nog wel sprake van een stijging, dus ze zijn alleen maar in negatieve inflatie terechtgekomen doordat de prijsstijging vorig jaar rond deze tijd veel harder ging.' Wat we hier zien zijn wat economen noemen 'basiseffecten', die ook in Nederland zichtbaar zijn. 'Maar het feit dat ze nu te maken hebben met negatieve inflatie is in ieder geval geen teken van kracht.'
Duitse export
De Jong keek ook naar een andere belangrijke economie, namelijk die van Duitsland. Want hoewel een aanzienlijk deel van de Duitse export naar Rusland is verdwenen vanwege de sancties tegen Rusland, klinken ook verhalen over producten die tóch de Russische grens over gaan, via andere landen. De Jong keek daarom naar de Duitse export naar landen als Kazachstan, Oezbekistan en Armenië en stelt vast dat de Duitse export naar een aantal van die landen fors is gestegen. 'Als je 2019 vergelijkt met nu, dan zie je dat Duitsland voor ongeveer 15 miljard minder naar Rusland uitvoert, maar een kleine 5 miljard meer naar die naar die andere landen. Dat betekent dus dat er een soort omweghandel is ontstaan. Dat is niet de bedoeling, maar het gebeurt kennelijk wel op vrij aanzienlijke schaal.'
Lees ook | Duitse industrie: toename ordervolume, maar daling productie
Hoewel deze handel voor Duitsland niet van substantieel belang is, is dit het wel voor een land als Kirgizië. 'Dat land grenst niet aan Rusland, maar heeft hun invoer vanuit Duitsland ten opzichte van 2019 opgevoerd met 600 miljoen, wat goed is voor 7 procent van hun BBP. Dat is aanzienlijk. Voor de economie in Kirgizië is deze nieuwe omweghandel daarom substantieel.'