Hierin zijn de sportheld, de kunstenaar, presentator, beroemde schrijver of journalist als persoonsmerk belangrijker geworden dan de club, titel of zender waarvoor ze acteren. U luistert bijvoorbeeld naar BNR om Paul van Liempt, ik lees Het Parool om Theodor Holman.
Iedereen ruikt deze nieuwe ontwikkelingen behalve de hoofdredactie van BNR. Die maakt nog altijd dat ijzig onderscheid tussen journalistiek en reclame. Daarom gaat Humberto Tan nu weg. U weet hij is onze “anchorman” in de vroege ochtend. Volgens de hoofdredactie kan Tan zijn commerciële activiteiten niet langer verenigen met zijn “journalistieke functie” bij BNR.
Tan is gevraagd voor een reclamecampagne en wil dat doen. Als ik 5 ton kreeg om te acteren in een campagne, zou ik dat ook doen. Ik kende Humberto niet, vond hem aanvankelijk vooral een veels te Blije Harry, maar hij geeft met zijn optimistische levenslust een geweldige boost aan BNR op de vroege morgen.
Sinds Tan de ochtend doet swingt de boel - en knettert het marktaandeel. Hij is in korte tijd een van de sterkhouders van deze zender geworden. Dat hij daarnaast reclame maakt, sport verslaat en zijn eigen business runt doet daar niks aan af. Integendeel: juist daarom past hij zo goed bij BNR!
Alsof het onze luisteraars ook maar iets uitmaakt dat Tan straks reclame maakt voor “Robijn Bruin - Fleur en Fijn”. Ik vind dit dus “journalistiek achterhoede gefleutel”. Niemand zit ermee, FD-baas Jacques Kuyff al helemaal niet; wij allen worden mede mogelijk gemaakt door Aegon en Samsung.
BNR is ooit opgezet door Michiel Bicker Caarten als commercieel station. Het schurkt tegen het bedrijfsleven, de beurs en de daily business; niks mis mee: we motten geld verdienen. Hetgeen onverlet laat dat BNR topjournalistiek brengt in het ambitieuze segment. BNR is voor ondernemende mensen die willen, kunnen, durven en doen. Tan moet dus vooral blijven. Hij past bij BNR zoals Bernard Hammelburg, Roelof Hemmen, Ruud Hendriks, Petra Grijzen en Rens de Jong. BNR is een “personality zender”, sorry hoofdredactie.
Maar Humberto, wat vind jij?