Hans van Cleef, sectoreconoom Energie bij ABN Amro, vertelt waarom de Chinezen een eigen standaard voor de olieprijs willen. 'Het past in een trend waarbij je ziet dat China steeds zelfstandiger wordt op het gebied van digitalisering, derivatenhandel, valuta en ook met grondstoffen. Wat dat betreft snap ik wel dat ze een eigen future willen.' Het startsein is vandaag, maar het is slechts een begin. 'Het staat nog heel erg in de beginschoenen en kan zich zeker nog niet meten met de Europese Brent en Amerikaanse West Texas Intermediate ofwel WTI.'
Handelsoorlog
Op den duur zou China wel een concurrent kunnen worden voor de andere landen. 'Als beleggers deze future gaan omarmen, kan dat lukken. Er zijn bedrijven die nogal groot zijn en door de staat gesteund worden. Dat kan zorgen voor liquiditeit en leiden tot een volwassen futuremarkt.' Helemaal nu er een handelsoorlog dreigt met de Amerikanen, vindt Van Cleef het een slimme zet. 'De olieprijs wordt verhandeld in renminbi, de Chinese valuta. Hiermee biedt het een alternatief voor de Amerikaanse dollar. Zeker op het moment dat de geopolitiek gaat escaleren, kunnen landen als Iran en Rusland prima met China handelen, buiten Amerika om.'
Grote jongens
De grote vraag is natuurlijk: wat betekent het voor de consument? Kunnen wij dan ook goedkoper tanken? 'Dat zou kunnen, maar er zijn nog wel wat mitsen en maren. Dan moet het inderdaad een volwassen future worden en een alternatief voor de grote jongens. In geval van geopolitieke escalatie zou dit minder tot uiting kunnen komen in de risicopremie van de olieprijs. De prijs blijft dan wat langer laag.' Dat is positief voor de consument, maar er is ook een keerzijde. 'De future heeft typisch Chinese kenmerken en houdt zich aan de eigen openingstijden. Daarnaast is het nog de vraag in hoeverre de staat zich ermee gaat bemoeien en of het inderdaad een succes wordt.'