'Ik ben er onzeker over', is MKB-Nederland-voorzitter Jacco Vonhof kordaat. 'Het is mooi dat er toezeggingen zijn gedaan op Prinsjesdag en ook in een brief naar de Kamer zijn gestuurd, dus die toezeggingen zijn nu hard. Daar zijn we heel blij mee.'
Lees ook | Kabinet compenseert grootverbruikers bedrijfsleven voor hoge energieprijzen
Ook put Vonhof hoop uit de toezeggingen voor kleingebruikers. 'Daar vallen namelijk heel veel midden- en kleinbedrijven onder', vervolgt hij. 'Maar voor alles wat energie-intensief is - en dat is meer dan alleen de bakker en de slager - zoals producerende bedrijven, die vaak ook zakendoen in het buitenland, verandert het speelveld. Als concurrenten wél een concrete toezegging krijgen en jij niet. Dus de brief geeft duidelijkheid, maar je zult maar ondernemer zijn en te horen krijgen dat er compensatie of toezegging komt, en dan niet weten hoe de regeling daaromtrent eruit komt te zien.'
Onduidelijkheid
Met name de onduidelijkheid rondom de financiële balans van ondernemers baart Vonhof zorgen. 'Mensen kunnen dus niet inschatten waar ze op moeten rekenen en of dat genoeg is, en als het niet genoeg blijkt te zijn, zijn de schulden alsnog gemaakt.'
De kabinet gaat voor de energieondersteuning uit van een bepaald percentage, dat nog nader te bepalen is. Een concrete ondergrens kan Vonhof echter niet aangeven. 'Dat is een ingewikkeld verhaal. Uiteindelijk gaat het erom wat het percentage van de energieprijs op je omzet. En dat bepaalt uiteindelijk of je straks in een regeling valt of niet, maar vervolgens is ook niet helemaal uitgewerkt welke bedrijven daar allemaal onder vallen.'
Lees ook | Kabinet trekt ruim 23 miljard uit voor prijsplafond energie
Hij besluit: 'Als jij als individuele ondernemer nu voor de keus staat om je óf in de schulden te steken, óf om gebruik te maken van een borgstelling of een uitstel. Maar als die regeling straks niet voldoende blijkt te zijn, dat men zich dus rijk heeft gerekend, gaan ze alsnog kapot.
Naderende recessie
Volgens Vonhof ligt er een recessie op de loer, en zou de voorgestelde 23,5 miljard mogelijk niet toereikend zijn. Maar hoeveel er dan bij moet durft hij niet te zeggen. 'Het belangrijkste is dat de infrastructuur van onze economie en de koopkracht van onze consumenten en burgers in de benen blijven. In de coronaperiode hebben we gezien - toen het ook om heel veel geld ging - wat het resultaat voor de economie was: een gezonde economie, weinig werkloosheid en we stonden er feitelijk beter voor dan vóór corona.'