Privatisering van het spoor was 'moeder van al het kwaad'
Het doordrukken van de privatisering op het spoor is de moeder van al het kwaad geweest en de bron van alle Fyra-ellende. Dat zei oud-Philips-topman Jan Timmer tegen de parlementaire enquêtecommissie die het Fyra-debacle onderzoekt.
Volgens Timmer - tot 2001 voorzitter van de raad van commissarissen van de NS - is Nederland een te klein land om meerdere treinvervoerders op het spoor te laten rijden. "Ik zie het doordrukken van de privatisering nog altijd als de hoofdreden. Als we dat niet gedaan hadden, was ons een ongelofelijke hoop ellende bespaard gebleven."
Het foutenfestival rond de Fyra-aanbesteding begon volgens Timmer met de abrupte afwijzing van een eerste voorstel van de NS voor het vervoer op de hogesnelheidslijn. Een "eerste kardinale fout", zegt hij nu, want het voorstel had een betere bestudering verdiend; achteraf was het voor de reizigers het beste plan.
Het NS-plan haalde het niet, omdat het veel verder ging dan wat het ministerie van Verkeer en Waterstaat had gevraagd. Zo zou het alleen om binnenlands vervoer moeten gaan, maar kwam de NS ook met voorstellen voor treinvervoer over de grens. Toch maakte de NS zich volgens Timmer niet schuldig aan "burgerlijke ongehoorzaamheid'': op het ministerie wisten ze ervan.
Maar het voorstel viel vooral verkeerd bij minister Tineke Netelenbos. Timmer erkende dat NS-topman Rob den Besten het plan niet zo handig had gepresenteerd door het een "offer you can’t refuse'' te noemen. "Dat was een slip of the tongue.''