Door corona tot 25 procent achterstand diagnoses
Duizenden mensen lopen rond met een ziekte die nog niet is ontdekt. Er is door de coronacrisis een enorme achterstand ontstaan bij de diagnose van ziektes. Na de eerste coronagolf is geen inhaalslag gemaakt, blijkt uit cijfers van de Nederlandse Vereniging voor Pathologie. Bij patiënten die via het bevolkingsonderzoek worden opgespoord is de achterstand inmiddels opgelopen tot 20 tot 25 procent.
Ziekenhuizen slagen er sinds de opheffing van de gedeeltelijke lockdown nog niet in de achterstanden in te lopen. Gemiddeld zijn er 15 procent minder diagnoses gesteld. Een groot deel van de ziektes kan goed behandeld worden als deze op tijd wordt ontdekt. Uitstel zorgt ervoor dat mensen pas in een ernstiger stadium van de ziekte bij een specialist terecht komen, wat verregaande gevolgen kan hebben voor de overlevingskans.
Luister terug | Coronacrisis geeft Duitse digitale zorg forse push
De eerste forse dip ontstond al tijdens de eerste golf, zegt Jos Bart, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Pathologie. Sindsdien werden de nieuwe cijfers ongeveer elke vier weken geanalyseerd, in de hoop dat er een inhaalslag zou komen. 'Maar we zien nog geen enkele inhaalslag. Dat betekent dat er zo'n vierduizend patiënten minder zijn gediagnosticeerd met borstkanker en duizend patiënten minder met prostaatkanker.'
Luister terug | Wetenschap Vandaag | De computer is slimmer dan de patholoog
Het frustrerende is volgens Bart dat veel van deze ziekten bij vroege ontdekking juist behoorlijk goed behandelbaar zijn. 'Naarmate je ze later ontdekt worden de behandelresultaten gewoon slechter. Er zijn verschillende soorten ziekten waarvoor het belangrijk is om vroeg te worden geholpen. Zorg nou als patiënt dat je bij de dokter terecht komt als je klachten hebt. Wij als dokters moeten analyseren welke groepen het meest bedreigd zijn en voorrang hebben.'