Toch ook voorrang zorgpersoneel bij vaccin AstraZeneca
Het vaccin van AstraZeneca zal in eerste instantie worden ingezet voor zowel mensen van 60 tot en met 64 jaar als werknemers in de langdurige zorg. Dat heeft coronaminister Hugo de Jonge vrijdag bekendgemaakt. De Gezondheidsraad adviseerde gisteren het vaccin in eerste instantie voor mensen van 60 tot en met 64 jaar in te zetten, en niet voor 65-plussers.
Er is gewoon schaarste aan prikken van de Zweeds-Britse farmaceut, en dat zorgde volgens politiek verslaggever Thomas van Groningen tot een duivels dilemma. Dat leidde uiteindelijk tot een pittige keuze. 'De prikken waren al beloofd, maar de adviseurs zeiden: je moet iets anders doen. De Gezondheidsraad zag toch de meeste gezondheidswinst in een prik voor de groep die het meest op de ic's terechtkomt. En dat is een beetje een gekke polderoplossing.'
Luister terug | Gezondheidsraad: geef vaccin AstraZeneca niet aan 65-plussers
Voor De Jonge was doorslaggevend dat ook personeel in de wijkverpleging en de gehandicaptenzorg en verpleeghuismedewerkers recht hebben op zo'n prik: als corona daar rondgaat en veel mensen uitvallen, moeten ze nog harder werken, zegt Van Groningen. 'De ziekenhuizen hebben Diederik Gommers die iedere avond op tv komt vertellen dat het personeel een prik moet krijgen, de thuiszorg heeft niet echt iemand die op die manier voor ze opkomt.'
Lees ook | Pfizer gaat extra vaccins leveren aan EU