‘Corona verduidelijkt dat het huidige systeem niet goed in elkaar zit. Er is vijf jaar geleden gedecentraliseerd en de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg is naar gemeenten gegaan. De jeugdzorg is toen heel breed neergezet. Als kind met lichte adhd zit je in hetzelfde stelsel als een kind met zware gedragsproblemen dat uit huis is geplaatst', zegt Prinsen.
Geldgebrek
Decentralisatie moest ook marktwerking bevorderen, maar dat werkt volgens Prinsen niet voor de zwaardere jeugdzorg. ‘In de lichte jeugdzorg wordt nog wel winst gemaakt, maar voor de zware jeugdzorg werkt het niet. Heel gek eigenlijk, dat we een stelsel hebben ingericht dat niet goed is voor de gezinnen die de jeugdzorg het hardste nodig hebben.’
Luister terug | Noodgreep in de jeugdzorg nu nodig
Prinsen zou liever zien dat de organisaties die zware jeugdzorg bieden meer vet op de botten krijgen en van elkaar gaan leren. Nu zouden ze alleen maar bezig zijn met overleven. Door het geldgebrek zitten sommige kinderen onnodig opgesloten. ‘Dat wil niemand in deze sector. Wil je dat ze thuis opgroeien dan moet je met elkaar accepteren dat je boter bij de vis moet doen’.
Centraal
‘We kunnen dit met geld oplossen, maar vooral ook met minder regeldruk. Een gemeenteraad zou zich niet zo druk moeten maken over hoe duur een traject is voor een kind die het echt nodig heeft’, zegt Prinsen. ‘Dure zorg is zo specialistisch, het is een fout van het stelsel om dat zonder handvatten bij de gemeente neer te leggen’.
Lees ook | Gemeenten trekken het niet meer
Prinsen stelt voor om onderscheid te maken tussen lichte jeugdzorg en de zwaardere vormen. ‘Laten we de zware jeugdzorg in de regio organiseren met vaste contracten en tarieven. Dan durf ik te stellen dat we kinderen en gezinnen die kwetsbaar zijn behoeden voor ellende.’ Een deel van de jeugdzorg weer centraal regelen zou kunnen helpen. ‘Maar het is niet alsof alles wordt opgelost als het weer bij het Rijk wordt ondergebracht.’
Luister hier het hele gesprek met Olaf Prinsen
