
De OMT-adviezen moesten vanwege de tijdsdruk al op dezelfde vrijdag naar het Ministerie van VWS, schetst Gommers. Daardoor was het niet mogelijk om ze eerst op te schrijven als conceptadvies en rond te sturen om na te lezen. 'Daarom bracht Jaap van Dissel ze mondeling over.' Het geschreven advies kwam daardoor pas de maandag na het OMT-overleg. 'Tijdens de overleggen gaf Jaap van Dissel als voorzitter echt iedereen de beurt die dat wilde. Zo kon het gebeuren dat mensen het niet met elkaar eens waren', vertelt Gommers.
Volgens Gommers had er meer duidelijkheid over de adviezen moeten zijn. Soms ontstond het advies uit algemene consensus en waren er voor- en tegenstanders. Dat er meningsverschillen waren had volgens Gommers duidelijker in de adviezen mogen staan. 'Soms zei ik dan wat, en dat bleek dan later weer net wat anders in het advies te staan'. Daarnaast zegt hij dat Van Dissel op een bepaald punt een knoop moest doorhakken. 'Ik vind het normaal dat Van Dissel als voorzitter van een OMT - en ook onderdeel van het RIVM - op het gegeven moment zegt van 'jongens, dit is het advies dat ik ga geven. Dat werd dan mondeling aangegeven en soms aangepast omdat het bijvoorbeeld niet haalbaar was. Achteraf hadden we dan eigenlijk moeten zeggen dat het advies van het RIVM kwam.'
Zondebok
Het leek er met enige regelmaat op dat het OMT als zondebok werd ingezet als het de overheid te heet onder de voeten werd. Lastig uitlegbare adviezen werden vaak toegerekend aan het OMT. 'De rol van het OMT werd niet te groot, maar de rol voor de overheid te moeilijk', verzucht hij met een glimlach. Hij vindt het goed als er gezegd werd dat iets een OMT-advies was, als dat ook zo was. 'Maar het wordt lastig als later dus blijkt dat het inderdaad een RIVM-advies is en geen OMT-advies. Maar ja, dat is politiek.' Van Dissel zat in het Catshuis en het dichtst bij de politiek volgens Gommers. Als hij dan een advies geeft is het 'zijn pakkie-an'.'
'We voelden ons wel een beetje misbruikt door de politiek, daar hadden we absoluut last van. En ik vond de vragen die de minister of het ministerie aan het OMT stelde soms veel te gedetailleerd als ik eerlijk ben. Ik had liever gezien dat we over bepaalde vragen hadden gezegd: 'daar gaan we niet over'. Op een gegeven moment snapte ik gewoon niet meer waar we mee bezig waren.'
'Je kunt niet alles programmeren'
Volgens Gommers zat een groot deel van die problematiek in de gewenste duidelijkheid in onderwerpen die 'gewoonweg niet te voorspellen waren'. 'Als je over infectieziekten en de bestrijding daarvan praat, heb je een aantal dingen die duidelijk zijn en een aantal dingen die dat niet zijn. Je kunt niet alles programmeren of voorspellen, de ontwikkelde prognostische modellen zijn beperkt uitvoerbaar. Je kunt niet zeggen of het zin heeft dat de kroeg om vijf uur dichtgaat of om acht uur dichtgaat.'
'En waarom wordt een politieke keuze overgelaten aan het OMT? Ik had liever gezien dat wij enkel hadden opgeroepen tot het verminderen van contactmomenten. Een van die verminderingen was het beperken van elkaar ontmoeten in de kroeg, dus zou het verstandig zijn om tot een minimum te beperken. Maar het tijdstip bepalen was mijns inziens geen OMT-ding. Of dat de winkels dicht moesten.' Hij noemt dat een politieke keuze.
Talkshows
Gommers vindt dat zijn kleinste rol tijdens de Pandemie die van OMT lid was. Hooguit drie uur per week besteedde ik aan het OMT, de andere tachtig uur was ik bezig met andere dingen.' Ik was afdelingshoofd, ik ben intensivist, ik begon dat hele proces in de rol van voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Intensive Care en zat dus als adviseur in het OMT. 'Dat is achteraf gezien voor mij ook een lastig item hoor. Je had op het gegeven moment zo veel verschillende petten op.'
'Voor mij was het soms duidelijk genoeg welke pet ik op dat moment droeg. Ik praatte dan tijdens een talkshow vanuit dat perspectief en deed daarover uitspraken.' Maar, hoewel Gommers zijn rol duidelijk zag, kon het bericht in media soms verkeerd worden opgepakt. Sprak hij vanuit zijn rol als intensivist, was de krantenkop ineens OMT-lid Gommers vindt... 'En dat maakte het heel moeilijk.'

Beleidsbepalers
Door de vele media-optredens van de OMT-leden groeide het uit tot het belangrijkste adviesorgaan. Omdat de politiek de adviezen vaak overnam, leek het alsof de OMT-leden ook beleidsbepalers waren, vertelt Gommers. 'Als ik ergens zei 'iets moet echt dicht' of 'er moeten zwaardere maatregelen komen', en het kabinet doet drie dagen later exact dat, voelde het heel erg onwezenlijk. Maar, is dat mijn fout geweest? Nee. Dat zijn keuzes die door de politiek gemaakt zijn.'
Gommers vindt dat er vooraf betere en scherpere afspraken gemaakt hadden moeten worden over de rol van de OMT-leden. Een optie zou kunnen zijn dat ze geen media-optredens zouden doen. 'Ik had er helemaal vrede mee gehad als er tegen mij gezegd was dat televisieoptredens uit den boze waren geweest op het moment dat je toetreedt tot het OMT. Maar dan was ik ook niet in het OMT gaan zitten. Niet zozeer omdat ik uit was op televisieoptredens, maar ik zichtbaar wilde zijn voor mijn beroepsgroep.'
Ook geeft Gommers toe dat hij de media ook gebruikte om zaken voor elkaar te krijgen voor het ziekenhuispersoneel. Maar dat kwam hem ook op kritiek te staan van zijn collega's. 'Tijdens de tweede coronagolf heb ik in een interview bijvoorbeeld gepleit voor een totale lockdown omdat de zorg over liep. Geen intelligente lockdown, maar een totale. Mijn collega's waardeerden dat niet omdat ik volgens het te veel op de stoel van de beleidsbepalers was gaan zitten.'
Onderlinge strijd talkshows
Gommers herinnert zich zijn eerste gesprek in de media nog goed, met Mariëlle Tweebeeke. 'Dat was op 9 maart, toen we 's ochtends het pandemieprotocol op onze website publiceerden. Daarna hing Nieuwsuur aan de lijn.' Gommers werd toen 'het gezicht' van het ziekenhuispersoneel en de druk die daarop stond. 'Ik realiseerde me later pas dat ik dat televisiegesprek zag als een slechtnieuwsgesprek. Ik viel in mijn rol als intensivist. Als ik een dergelijk gesprek moet voeren met familie of een patiënt, dan ben je eerlijk en transparant, maar laat je ook emoties zien en ga je de moeilijke zaken niet uit de weg. Achteraf gezien deed ik dat ook op televisie, en dat gaf dus vertrouwen blijkbaar.'
Het maakte Gommers een graag geziene gast in het Neerlands talkshowbestel. Dusdanig zelfs, dat er een onderlinge strijd losbarstte tussen programma's. 'Op het gegeven moment waren shows als Jinek en Op1 aan het ruzieën over mijn aanwezigheid', vervolgt hij. 'Als ik bij de ene show twee keer had gezeten, was de ander boos. Ook deed ik alle communicatie zelf, dus ik kreeg iedere dag telefoontjes en appjes. Dat was lastig te stroomlijnen, maar er was echt een strijd gaande tussen die twee programma's.' Maar, zo geeft hij zelf toe, nee zeggen was soms lastig. 'Ik merkte het soms wel als dokter. Of als intensivist, of als Diederik Gommers - misschien ben ik een pleaser - maar ik had op het gegeven moment zoiets van 'als het dan gewaardeerd wordt, wie ben ik dan om nee te zeggen'.'

In the dark
Spijt van zijn vele televisieoptredens heeft Gommers niet. 'Ik zat natuurlijk zo in de adrenaline en ik was zo bezig met alles om me heen, dus het is aan anderen om te zeggen of ik teveel televisieoptredens gedaan heb. Ik heb het naar eer en geweten gedaan en geprobeerd om geen onderscheid te maken tussen Jantje of Pietje, maar het was nooit van 'kijk Diederik is weer op televisie'. Ik had het idee om hetgeen dat ik wist te delen met Nederland, om mensen van zo goed mogelijke en eerlijke informatie te voorzien. Kennis delen met elkaar - niet meer, niet minder.'
En Gommers heeft daar een gelaagde motivatie voor. Ten tijde van de coronapiek vond hij namelijk dat de - o zo gewenste - kennisdeling ontbrak. 'Ik vind echt dat het ministerie dat heeft laten lopen. Dat hadden ze écht veel meer moeten doen, en ik begrijp ook oprecht niet waar de pr-afdeling van het ministerie mee bezig was. Had veel duidelijker gemoeten.' Gommers denkt dat de OMT-leden die vaak aanschoven in de talkshows het informatiegat vulden dat de overheid open liet.
Volgens Gommers bleef het ministerie ook veel te veel op de achtergrond. 'Er had veel meer gecommuniceerd moeten worden over de ziekte, het ziektebeeld. Ze lieten dat nu misschien over aan de Marion Koopmansen van deze wereld, omdat ze zelf de kennis niet op orde hadden. Daar zijn wij ingestapt. Maar ze hadden kennis ook wél paraat kunnen hebben.'
Boos
De rol van Gommers in de media was vaak lastig voor de politiek. Want zijn uitspraken werden vaak opgepikt. 'Er zijn zeker situaties geweest dat de minister dan belde. Vaak was dat als ik iets op televisie gezegd had. De minister belde dan mijn baas - Ernst Kuipers - en die belde mij dan vervolgens met de boodschap dat de minister niet blij was. Ik val natuurlijk niet onder de minister, en Kuipers toentertijd wel.'

Er was echter wel één moment dat toenmalig zorgminister Hugo de Jonge hoogstpersoonlijk aan de telefoon hing. 'Dat was toen ik in december 2021 - de laatste lockdown - zei van 'ja jongens wat zijn we in hemelsnaam aan het doen, als we zo doorgaan bereiken we alsnog code zwart.' Toen heeft Hugo zelf gebeld, en toen heb ik hem ook uitgenodigd om zelf eens langs te komen als ik dienst had. We hebben toen ruim anderhalf uur op mijn kamer zitten praten, waarbij we elkaar uitleg gaven over van alles. Toen merkte ik pas hoe lastig het is voor een niet-dokter om bepaalde dingen te begrijpen.'
Gommers vertelt dat hij door het gesprek met De Jonge een ander beeld van hem heeft gekregen en hem sindsdien beter begrijpt. 'Hij krijgt van allerlei kanten informatie - ook van lobbyisten. Dat maakt het voor hem lastig om een goed beeld te krijgen. Ik merkte dat hij moeite doet om de noodzakelijke kennis te vergaren.' Gommers zegt er van onder de indruk te zijn hoe hard De Jonge heeft gewerkt. '1-op-1 is hij een ander persoon.'
Achtergrond
Vooralsnog is Gommers niet rouwig om het feit dat hij weer langzaamaan richting de achtergrond verdwijnt. Wel geeft hij toe dat zijn ego enigszins gestreeld werd in zijn leven als bekende Nederlander, maar met een nederige kanttekening: 'Ik deed het enkel en alleen vanuit mijn rol als voorzitter van de NVIC, dat voelde logisch voor me. Ik wílde geen bekende Nederlander worden, dus laten we er nou alsjeblieft voor zorgen dat ik weer een onbekende Nederlander word.'
Gommers zou overigens niet de enige zijn die baat zou hebben bij de transformatie naar onbekende Nederlander: 'Mijn vrouw en kinderen willen er zo snel mogelijk klaar mee zijn', vertelt hij. 'Hebben het nooit echt zo gewaardeerd. Mijn kinderen zeiden ook met enige regelmaat dat ik hen het grootste plezier zou doen als ik snel weer zou verdwijnen van de televisie. Maar ik zei ze ook dat ik het zou blijven doen zolang ik die functie bekleedde.'
Bedreigingen
Ook over de bedreigingen die hij in het verleden kreeg, temidden van de coronapiek, ligt hij niet meer wakker. 'Dat was een heel korte periode', vervolgt hij. 'Maar het was ook een vervelende periode. Er was een hoop bozigheid toen, de polarisatie was op zijn scherpst met betrekking tot vaccineren of niet vaccineren. En vooral als je dan stellig was over hoe belangrijk vaccineren was, dan werd de anti-groep juist boos en kwamen er meer bedreigingen. Nu is dat gelukkig allemaal minder, en het is heerlijk dat het allemaal weer weg is. Maar aan de andere kant: ik vind nog steeds dat ik mijn mening moet kunnen geven, dus mochten er onverhoopt weer vragen komen zal ik mijn standpunt over vaccinatie blijven uitdragen. Ik voel me net zo vrij als wie dan ook - ik zal voor niemand uit de weg gaan.'

Wel realiseert Gommers zich terdege dat zijn woorden altijd impact zullen hebben. 'En dat mensen daar meningen over zullen hebben. Ik waardeer dat juist, dat we verschillende meningen hebben', concludeert hij. 'Verder hoop ik wel dat we altijd met elkaar kunnen blijven discussiëren, want Diederik Gommers is ook maar een mening met een stukje kennis erachter. Maar er zijn ook andere meningen mogelijk, dus laten we alsjeblieft het gesprek blijven aangaan.'