
Of je denkt aan de recente rassenrellen in de hoofdstad, Baton Rouge, naar aanleiding van het doodschieten van een zwarte man, Alton Sterling, door blanke politieagenten. Tragische gebeurtenissen, die het beeld vertroebelden van de beeldschone, mysterieuze staat die Louisiana is.
New Orleans heeft een magische aantrekkingskracht, en dat is logisch, want het is zo’n beetje de bakermat van de jazz, blues en dixieland. Dat laatste is een verbastering van het Franse woord dix – tien – dat werd gebruikt voor tiendollarbiljetten, zoiets als ons ‘tientje’. Over de oorsprong van de jazz bestaan nogal wat theorieën, waarvan de meest gangbare is dat het een mengeling was van voodoo-rituelen van slaven en kerkmuziek, uniek voor Louisiana. In elk geval was het de theorie van veruit de beroemdste jazzmuzikant ooit, Louis ‘Satchmo’ Armstrong, die in New Orleans werd geboren.
Liefhebbers komen steevast terecht in de French Quarter, het kloppende hart van New Orleans. Toegegeven, het is een toeristenfuik, met een hoop dubieuze bars en ordinaire clubs, maar ook de pareltjes waarvan elke muziekliefhebber droomt, zoals Preservation Hall, in de vorige eeuw speciaal opgericht om de jazz te eren en in stand te houden. Het is een gesubsidieerd, simpel gebouwtje, met houten bankjes of gewoon zitplaatsen op de kale, betonnen vloer, waar beginnende zowel als beroemde artiesten de sterren uir de hemel spelen. ‘Het is dé plek waar je alle grootheden vindt’, zei Satchmo. Je kunt er gemakkelijk heen met ’s werelds oudste nog rijdende tram.
Maar het mysterieuze van Louisiana vind je buiten New Orleans, langs de weg naar Baton Rouge, en bij voorkeur verder het binnenland in. Die weg is een gigantisch viaduct dat over de ‘bayous’ loopt, grillige rivieren en meren, uitlopers van de Mississippi Rivier, temidden van overweldigende oerwouden vol slangen, krokodillen en andere reptielen. ‘Bayou’ is de Franse verbastering van een Indiaans woord, ‘bayuk’, dat ‘beekje’ betekent. Hoe dieper je de bayous binnentrekt, hoe verder je verwijderd raakt van het Amerika dat je kent. De bewoners kwamen uit Acadia, in Canada, en waren oorspronkelijk van Franse afkomst. In 1710 veroverden de Britten de provincie en verdreven ‘les Acadiens’ uit Canada omdat ze katholiek waren, wat de koloniale macht in die tijd niet tolereerde. Het gebied dat nu Louisiana heet was gekoloniseerd door Frankrijk, totdat het in 1803 door de Verenigde Staten werd gekocht, de zogenoemde ‘Louisiana Purchase’. Katholieken waren er van harte welkom. ‘Acadians’, zoals ze in het Amerikaans-Engels werden genoemd, werd verbasterd tot ‘Cajuns’, en zo wordt deze inmiddels erkende minderheid nog steeds genoemd. Wie van koken houdt, kent wellicht ‘Cajun’ gerechten: in grove peper gerold en dan gebakken.
De Cajuns hebben een eigen cultuur, godsdienst (mengelmoes van katholiek en voodoo) en als taal een Frans dialect. Ze vinden het prachtig als je ze in het Frans benadert, al is het een beetje zoals Nederlands zich verhoudt tot Afrikaans. Als je langzaam spreekt en goed luistert, versta je alles. Ik ben verschillende keren de bayous ingetrokken, en voelde me dan in Marten Toonders Donkere Bomembos. De meest bizarre tocht was eerst naar een plaatselijk beroemde medicijnvrouw, die op een door krokodillen omringd eiland woonde, en van daaruit naar een voodoo-kerk, diep in het oerwoud, om een slangenpredikant aan het werk te zien, een magere, stokoude baas met bloot bovenlijf, waaromheen zich een ratelslang had gevleid. Met zijn rechterhand omknelde hij de kop van het dier, die hij bezwerend in de richting van zijn euforische gemeente hield. Doodgriezelig, maar het omgaan met levensgevaar – en, vermoed ik, het inboezemen van angst – was de grondslag van deze gemeenschap. ‘Snake preachers’ komen ook elders in de Verenigde Staten voor, maar het decor van de bayou kom je, zogezegd, niet alle dagen tegen.
In 1988 hield de Republikeinse Partij haar conventie in New Orleans en nomineerde George H.W. Bush als presidentskandidaat. In het rijtje speciaal door Bush uitgenodigde gasten herkende ik een destijds populaire, zij het ietwat luidruchtige, New Yorkse projectontwikkelaar: Donald Trump.