
Wanneer er met 112 wordt gebeld stelt de centralist eerst een aantal vragen om te bepalen welke zorg er nodig is. Stel dat de inzet van een ambulance noodzakelijk is, dan ontstaat op de standplaats waar die ambulance vandaan komt een gat. Het gevolg is dat op dat moment het niet meer mogelijk is om nog een ambulance binnen 15 minuten op de plaats van bestemming te krijgen.
Voorheen bekeek de centralist vervolgens welke ambulance het beste het gat kon opvullen die de niet meer beschikbare ambulance achter liet. Nu doet de software dat al terwijl de centralist nog bezig is om de ambulance de weg op te sturen, legt centralist Marnix Marcusse van de meldkamer ambulancezorg van GGD Flevoland uit. 'Die module is gevoed met de rithistorie, statistieken en een algoritme om te bedenken welke ambulance vanaf welke positie het best dat lege gat kan opvullen, om zo optimaal de regio te dekken met ambulancezorg.'
Meer levens redden
Dat door de software de aanrijtijd van de ambulances in Flevoland met 'slechts' twee procent is gestegen vergroot de kans dat meer levens gered worden, zegt Marcusse. 'Stel we doen 30 duizend ritten per jaar, en je bent daar twee procent vaker op tijd, dan heb je tijdswinst bij ongeveer zes- á zevenhonderd personen. Als elke seconde telt dan is dat absoluut winst natuurlijk.'
Systeem nog een pilot
De software wordt nu alleen nog in Flevoland als pilot ingezet. 'Het Centrum voor Wiskunde en Informatica heeft samen met de TU Delft en een aantal intelligente wiskundigen dit systeem bedacht', legt Marcusse uit. 'In 2015 zijn we ermee gestart. Het product is doorontwikkeld tot denk ik een goed werkend product en het is voor mij de vraag wanneer het overal zal werken.'