'Adyen in Silicon Valley gezien als redder van techindustrie'
Investeren in ondernemerschap bij wetenschappers moet niet worden gezien als een inkomstenpot, waarschuwt Startup-ambassadeur Constantijn van Oranje. Valorisatie - het commercialiseren van kennis of er impact mee genereren - is immers gewoon één van de hoofdtaken van universiteiten. 'Het is natuurlijk een kostenpost, want in eerste instantie moet je mensen vrijstellen om ook te kunnen ondernemen.' Waar dat toe kan leiden liet techbedrijf Adyen onlangs zien, bij zijn turbulente beursgang.
Voor hogescholen lijkt het stimuleren van ondernemerschap in de praktijk vaak makkelijker. 'Die zijn misschien wat praktischer ingesteld, staan wat dichter bij de markt en zijn wat minder gefocust op de pure technologie. Uit onderzoek blijkt dat uiteindelijk de markt bepaalt of een bedrijf succesvol is en niet de technologie.Je moet van een technologie-push naar een markt-pull. Of Constantijn zelf daar in zijn huidige rol als Startup-ambassadeur ook in 2020 nog vorm aan geeft, betwijfelt hij. 'Tot 2020 ligt er een commitment. Daarna kan het doorgaan, maar niet op de huidige manier en niet onder de naam Startup Delta.'
Een startup die inmiddels enigszins wereldfaam heeft verworven is Adyen, dat volgens de prins uit eigen beweging koos voor een betrekkelijk lage introductieprijs van het eigen aandeel. Begeleidende banken gingen uit van een hogere openingskoers, maar Adyen bleef bescheiden. Gevolg: al in de eerste uren van de beursgang ging de koers van het techbedrijf flink over de kop. En dat komt niet uit de lucht vallen, refereert Constantijn aan een ontmoeting die hij vorig jaar in Silicon Valley had. 'Veel bedrijven, zoals Snapchat, verdienen geen geld, maar teren op een belofte dat er in de toekomst gekapitaliseerd kan worden op grote hoeveelheden gebruikers. Adyen is wél winstgevend, heel goed opgebouwd, met heel veel potentieel en kan het vertrouwen in de tech-industrie weer herstellen.'