Merkel en Poetin voor het eerst weer samen
Twee wereldleiders dronken vandaag samen een kop koffie, en misschien ook wel wodka. De Duitse bondskanselier Merkel en de Russische president Poetin spraken elkaar vandaag voor het eerst in twee jaar weer een-op-een, in Sotsji.
Van anti-Kremlin-protesten tot Oekraïne en de situatie in Syrië: de twee wereldleiders hadden veel te bespreken. Joost Bosman, Ruslandcorrespondent in Moskou: 'Over de gifgasaanval in april op een dorp in Syrië zei Poetin op de gezamenlijke persconferentie dat de Verenigde Naties de aanval moet onderzoeken. Eerder wilde de VN een resolutie aannemen waarin Assad meteen veroordeeld zou worden, daar stemde Rusland toen tegen. Ze willen nu echt een goed onderzoek.'
Verder zijn beide leiders het eens over het vredesoverleg in Syrië. 'Merkel zegt dat ze het bestand dat nu stand houdt in Syrië steunt. Ook wil Merkel met Moskou tegen terreur samenwerken.'
Maar over de positie van Assad, een heikel punt, staan de twee leiders nog altijd diametraal tegenover elkaar, zegt Bosman. 'Dat onderwerp hebben ze wijselijk links laten liggen.'
Oekraïne
Over Oekraïne zei Merkel dat het akkoord van Minsk, uit februari 2015, moet doorgaan, ook al werkt het niet zo goed, hoorde Bosman. 'Poetin was het daar wel mee eens. Poetin zei ook dat hij hoopte dat na de verkiezingen in Frankrijk, komende zondag, de volgende Franse president ook meewerkt aan het akkoord.'
In het akkoord van Minsk staat dat Rusland zwaar geschut terug moet terugtrekken in het door oorlog zwaar geteisterde oost-Oekraïne. Niks nieuws wat beide leiders daarover zeiden, zegt correspondent Bosman: 'Ze hebben allebei erkend dat beide kanten hun zware geschut moeten terugtrekken. Daar roepen ze al anderhalf jaar om. Echt vuurwerk was het niet vandaag.'
Het was lang geleden dat de twee elkaar weer eens een-op-een spraken. 'De afgelopen tien jaar zijn de relaties wel goed geweest. Merkel is wel een van de sterkste opponenten geworden van Poetin, maar paradoxaal genoeg praat ze het beste met hem. Vandaag ook leek het een prima verstandhouding. Geen grappen, af en toe een glimlach en geen kwade dingen over elkaar.'