Een doodzieke baby als politieke speelbal
Hij kan zich niet bewegen, niet slikken, zien of horen, heeft epileptische aanvallen en een hersenaandoening die ongeneeslijk is. Charlie Gard is elf maanden en de inzet geworden van een internationale, enigszins populistische campagne waar de Amerikaanse president en de paus zich ook in gemengd hebben.
De Britse baby Charlie heeft een zeldzame en ongeneeslijke stofwisselingsziekte. Artsen geloven dat Charlie het best in het ziekenhuis kan sterven, maar zijn ouders hebben die beslissing al meerdere keren aangevochten. Tevergeefs: rechters gaven steevast de dokters gelijk.
Nu komt er een nieuwe rechtszaak: een Amerikaans ziekenhuis heeft namelijk aangeboden om Charlie gratis te behandelen met een experimentele therapie. De Britse artsen hebben er geen vertrouwen in, maar zijn ouders grijpen deze kans met beide handen aan.
Geen vertrouwen
Het probleem is volgens een Britse arts dat de mensen de artsen tegenwoordig niet meer geloven: hoe verder de wetenschap zich ontwikkelt, des te hoger zijn de verwachtingen. Mensen geloven het simpelweg niet meer als de arts vertelt dat er geen genezing mogelijk is.
De zaak Charlie Gard nam een vlucht na een fervente campagne van Amerikaanse evangelisten. Trump en de paus bemoeiden zich met de zaak en de vraag hoe Britse artsen voor God durven te spelen, is de vraag die in Amerika gesteld wordt. De Britse gezondheidszorg wordt zelfs vergeleken met Auschwitz.
Burger versus elite
Maar deze zaak is meer dan een medisch en moreel dilemma of een discussie tussen harde wetenschappers en bevooroordeelde gelovigen. Het voelt, schreef een Britse commentator, als weer een nieuwe opstand van de boze, machteloze burger tegen de gevestigde elite.