
In Myanmar zijn al meer dan 120.000 Rohingya de grens met Bangladesh over gevlucht, maar dat straatarme land heeft al heel veel vluchtelingen opgenomen en kan het simpelweg niet meer aan. Een zich in de geschiedenis herhalend tafereel.
'Iets soortgelijks hebben ze meegemaakt in 1978, begin jaren '90 en 2012. Het is een serie van episodes waarin mensen vluchten en weer terugkomen, want ze zijn nergens welkom', zegt Gerry van Klinken, bijzonder hoogleraar in de geschiedenis van Zuidoost-Azië aan de Universiteit van Amsterdam.
Racistisch nationalisme
Dat de mensen van Myanmar vinden dat de Rohingya niet in hun land thuishoren, heeft volgens Van Klinken te maken met het koloniale verleden: 'Birma (het tegenwoordige Myanmar, red.) was vroeger onderdeel van India en in handen van de Britten. Die stimuleerden de economie door mensen over te laten komen van het vaste land en in te zetten op plantages. Zo kwamen Bengalen eind 19e eeuw naar de westkust van Birma. Maar in de loop van de 20e eeuw kwam het nationalisme op in Birma en werd besloten dat alleen bepaalde rassen burgers van Birma mochten zijn.'
Dat nationalisme resulteerde in 1982 in een wet waarbij een lange lijst van rassen uitmaakte wie wel en wie niet in Birma thuishoorde. De islamitische Rohingya staan niet op de lijst, want zij waren officieel Bengalen. Zelfs al hebben ze een Birmeese naam aangenomen, ze horen er niet bij.
Lees ook: Myanmar vreest terrorisme
Verkiezingen
Deze sympathieën werden in 2015 aangewakkerd door de verkiezingen, zegt Van Klinken: 'Een nogal militante boeddhistische beweging is toen opgekomen die de moslims als geheel in Myanmar afschilderde als jihadisten en terroristen.'
Daarom is het voor Aung San Suu Kye, de leidster van Myanmar en nobelprijswinnares voor de Vrede, zo moeilijk om iets te zeggen: 'Wat wij niet begrijpen, is dat als ze ook maar één woordje positief uitspreekt over de Rohingya, ze politieke zelfmoord pleegt. Tijdens die verkiezingsstrijd in 2015 sloeg de oppositie haar om de oren met het verwijt dat zij pro-islamitisch zou zijn en dat wordt in overwegend boeddhistisch Myanmar gezien als een soort landverraad', zegt Van Klinken.
Nederland
Dat betekent overigens niet dat ze helemaal niets moet doen en ook Nederland heeft een rol. Sjoerd Sjoerdsma van D66 zei vanochtend op BNR dat Nederland haar diplomatieke en zakelijke invloeden moet gebruiken om de situatie in Myanmar te verbeteren. Ook Van Klinken is het daar mee eens: 'Het is een morele verplichting. Maar nog belangrijker: Myanmar wil zich weer in de wereld zetten, na jarenlange sancties. Maar dan moeten ze ook beseffen dat dit ook respect voor mensen en mensenrechten betekent.'
Lees ook: 'Nederland moet voortouw nemen in Rohingya-kwestie'