Turkije en Rusland gaan samenwerken in Syrië
Turkije en Rusland gaan samen patrouilleren in het noorden van Syrië. Dat is de uitkomst van de urenlange bespreking tussen Erdogan en Poetin, die gisteren plaatsvond. Na afloop presenteerden de presidenten een tienpuntenplan.
Noodzakelijk
Rusland en het Syrisch-Arabische leger zijn in het gat gesprongen dat door het vertrek van de Amerikanen wordt gelaten. Nu gaan zij samen met Turkije patrouilleren om daar een veilige zone te creëren. 'Het was een noodzakelijke stap en er waren eigenlijk geen andere opties meer mogelijk', zegt Hans Wurzer, Midden-Oosten-deskundige van het Clingendael Instituut. De Duitsers kwamen ook met een voorstel voor een internationale bufferzone, maar dat werd slecht onthaald.
Adana-akkoord
In het tienpuntenplan wordt verwezen naar het Adana-akkoord uit 1998. Voor dat akkoord was er een veilige haven voor de Koerdische PKK in Noord-Syrië. Syrië had een territoriaal dispuut met Turkije en de vorige Syrische leider Hafiz al-Assad gebruikte de Koerdische kaart altijd als dreigement. Na het akkoord werden de banden tussen Turkije en Syrië beter. Maar toen de Arabische Lente uitbrak, koos Erdogan ervoor om al-Assad niet te steunen.
Idlib
Turkije en Rusland besluiten nu over het Syrian Democratic Forces, dus niet alleen de Koerden, maar verschillende bevolkingsgroepen. Buitenlandse machten besluiten nu over de regio tussen Turkije en Syrië. Maar er moet dus een concrete politieke beslissing komen en die moet via het verdrag van Genève gaan. Dat wordt een lastigere taak. 'Voorheen hebben ze goed samengewerkt met het opzetten van staakt-het-vuren- en de-escalatie-zones. Dan nam het geweld wel af, maar dan gingen het Syrisch-Arabisch leger samen met de Russen ergens anders bombarderen', zegt Wurzer. De verwachting is dat nu de vuurhaard verplaatst zal worden naar het gebied rond Idlib.