Naast de paus heeft ook de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Antony Blinken, aan beide partijen gevraagd om het leven van burgers en kinderen te sparen in hun strijd. Peter Wijninga, defensiespecialist van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies, verwacht niet dat er gauw een eind aan het conflict komt. 'Dit kan lang doorgaan. Ook na diverse aanvallen van Israëlische zijde op Hamas in de Gazastrook, is Hamas nog steeds in staat om raketten af te vuren. Het is dus nog zeker niet over.'
Spierballenvertoon
Ook ziet Wijninga in dat het conflict een soort wedstrijd spierballen tonen is. 'Israël heeft altijd enorm geïnvesteerd in zijn luchtmacht, meer dan in zijn landmacht. Technologisch gezien is het de meerdere vergeleken met wie dan ook in die omgeving en zeker ten opzichte van Hamas.' Maar ook Hamas heeft flink aan zijn defensie gewerkt, zegt Wijninga. 'Het heeft, ondanks dat het redelijk afgesloten wordt, een behoorlijke raket-arsenaal opgebouwd. Israël was zelf ook verrast over de hoeveelheid raketten die het over zich heen kreeg. Wat dat betreft is het zeker nog niet over.'
'Hamas wil Israël van de kaart, Israël wil Hamas laten verdwijnen'
Volgens Wijninga is het dan ook lang wachten tot er maar een klein beetje zicht op vrede kan komen. 'Niemand van buitenaf is in staat om hier een vredesovereenkomst af te dwingen. De partijen moeten er zelf toe komen. Je kunt hooguit van wereldleiders verwachten dat ze voorwaardenscheppende omstandigheden creëren, waarin dit soort gesprekken tot stand kan komen. Het lastige is: de doelstellingen liggen zo ver uit elkaar. Hamas wil Israël van de kaart vegen en Israël wil dat Hamas verdwijnt. Er zal nog heel veel water door de Jordaan moeten stromen, tot er vrede is', meent de defensiespecialist.
Kati Piri, PvdA-Tweede Kamerlid, wil dat er beter gekeken wordt naar de aanleiding van de beschietingen van Hamas. 'Naast het veroordelen van de raketbeschietingen door Hamas moeten we ook kijken naar de reden van de escalatie. Dat heeft alles te maken met de huisonteigeningen van Israël in Oost-Jeruzalem en het nederzettingenbeleid in de Westelijke Jordaan-oever.'
