'Nederland gaat Oekraïne vooral helpen bij cyberaanvallen'
Het kabinet staat open voor defensieve militaire steun aan Oekraïne, zei minister Hoekstra van Buitenlandse Zaken donderdag in de Tweede Kamer. Ook deelname aan een Europese trainingsmissie wordt niet uitgesloten en er is een kamermeerderheid voor de steun. BNR's buitenlandcommentator Bernard Hammelburg verwacht vanuit Nederland vooral hulp op het digitale vlak.
'Nederland is heel goed in cyber en alles wat daarmee te maken heeft', zegt Hammelburg. 'Ik denk dat die hulp, als die er komt, vooral op dat gebied gaat zijn. Er is al een cyberaanval geweest op Oekraïne, vorige week. Daar zou Oekraïne zich dan tegen teweer kunnen stellen en Nederland is heel goed in het leveren van dat soort kennis. Denk bijvoorbeeld ook aan de rol die Nederland destijds heeft gespeeld bij het Rusland-schandaal in de Verenigde Staten. Een deel van de informatie van de FBI kwam uit Nederland.'
Luister ook | De Wereld | Europa's bijrol in Oekraïne
In het Kamerdebat donderdag werd ook gesproken over het sturen van vliegtuigen naar Bulgarije. 'Daarbij zeiden ze dat dat zou gebeuren in april of mei', zegt Hammelburg. 'Maar als er een oorlog zou uitbreken dan is die alweer voorbij tegen die tijd. Als je op dit moment zegt: Nederland wil wel twee jachtvliegtuigen sturen, dan lijkt het alsof we een soort van gevechtsfunctie gaan innemen. Maar dat is onzin.'
Lees ook | Biden corrigeert verspreking over Oekraïne
Later vandaag spreken de Amerikaanse (Antony Blinken) en Russische (Sergei Lavrov) minister van Buitenlandse Zaken elkaar in Genève. 'Het is het zoveelste gesprek, maar het is wel op behoorlijk hoog niveau. Biden heeft al gezegd dat hij uitgaat van een nieuwe topconferentie met Poetin. Het feit dat Blinken en Lavrov vandaag in Genève bij elkaar komen, vind ik goed nieuws. Maar dat wil niet zeggen dat ze het eens gaan worden.'
Lees ook |Kabinet welwillend over militaire steun aan Oekraïne
Volgens Hammelburg is het vandaag erop of eronder. 'Als die bijeenkomst afloopt met een statement waarin gesproken wordt over werkgroepen om er verder over te praten, dan kunnen we opgelucht ademhalen. Dan komt er in elk geval geen oorlog. Het is dus een heel belangrijke dag.'