Charles zette in de zogeheten Queen's Speech de belangrijkste beleidsplannen uiteen. De regering van Boris Johnson gaat wetten indienen voor onder meer goedkopere en schonere energie, betere huisvesting en hervormingen in het onderwijs.
Lees ook | Premier Johnson: Brexitafspraken Noord-Ierland onhoudbaar
Ook verwees de prins van Wales naar de oorlog in Oekraïne. 'De regering zal een leidende rol spelen bij het verdedigen van democratie en vrijheid over de hele wereld', zei hij. Charles verklaarde daarnaast dat de regering 'kansen zal blijven grijpen' die door de Brexit ontstaan en kondigde ook andere plannen voor de economie aan.

Zeventig jaar op de troon
De 73-jarige prins ging niet op de stoel van koningin Elizabeth zitten, die afwezig is vanwege haar gezondheid, maar die van haar wijlen echtgenoot prins Philip. Naast Charles waren stoelen geplaatst voor zijn echtgenote Camilla en zijn oudste zoon William. In de troonrede werd niets over Elizabeths afwezigheid gezegd. Wel vertelde Charles dat zijn moeder uitkijkt naar de festiviteiten die worden gehouden omdat ze zeventig jaar op de troon zit.
Na de Queen's Speech maken de volksvertegenwoordigers een begin met het nieuwe parlementaire jaar. Dat doen beide kamers van het parlement met een debat over de inhoud van de door de regering geschreven toespraak. De Britse premier is daarbij aanwezig.
Een dag voor de traditionele opening van het parlementair jaar werd bekend dat de koningin zou worden vervangen door haar oudste zoon en beoogde opvolger. De 96-jarige Elizabeth, al zeventig jaar het Britse staatshoofd, kampt met mobiliteitsproblemen. In 1959 en 1963 kon ze ook niet aanwezig zijn, toen omdat ze in verwachting was.
Generale repetitie
'Het was een generale repetitie voor Charles en voor de Britten. Ze zijn niet anders gewend dan dat koningin Elizabeth de troonrede doet. De Britten zullen moeten wennen aan het feit dat Charles daar zit. Het was zeker een voorbode voor het onvermijdelijke, voor wat gebeuren gaat', zegt Engeland-correspondent Lia van Bekhoven.
Lees ook | Britten willen hun koningshuis op de schop