Landen zijn het op de top in Egypte eens geworden over een fonds voor ontwikkelingslanden die schade oplopen door de gevolgen van klimaatverandering, zoals droogte of extreem weer. Wat dat precies betekent moet nog blijken. Het komende jaar wordt gepraat over hoeveel geld het fonds gaat kosten, wie mee moet betalen en welke landen in aanmerking komen voor de financiële steun.
Lees ook | Deelnemers klimaattop kijken met schuin oog naar G20

China is de tweede economie van de wereld, maar staat formeel nog steeds te boek als ontwikkelingsland. Tijdens de top liet China blijken vast te willen houden aan die status. De lijst met ontwikkelingslanden stamt uit de jaren 90 en sommige landen zijn sindsdien veel rijker geworden. Zo staan ook grondstofrijke staten als Saoedi-Arabië nog te boek als ontwikkelingslanden.
Lees ook | Klimaattop Egypte mislukt: 'Dweilen met de kraan open'
'Slecht voor vertrouwen'
Een woordvoerder van de Chinese regering zei na afloop van de klimaattop in Egypte dat het 'niet bevorderlijk is voor het vertrouwen tussen het noorden en zuiden' dat nog steeds onduidelijkheid bestaat over hoe klimaatsteun aan ontwikkelingslanden eruit komt te zien. Westerse landen willen in elk geval niet dat China geld gaat ontvangen uit een toekomstig klimaatfonds. Ze willen juist dat Beijing ook een financiële bijdrage levert.
Over de 100 miljard waar China naar verwees, zijn jaren geleden al afspraken gemaakt. Rijke landen beloofden toen dat ze dat bedrag jaarlijks zouden bijdragen tot 2025, maar de doelstelling wordt nog steeds niet gehaald.