Toch klonk onlangs op de G7-top weer nadrukkelijk de zorg om de toenemende afhankelijkheid van China. Nijs ontkent het risico van afhankelijkheid niet, maar vindt dat het aan Europa zelf is om die te beperken. Wat dat betreft geeft China zelf het goede voorbeeld, door een eigen vliegtuigbouwer te starten- Comac- waardoor het veel meer zijn eigen gang kan gaan. 'Veel vliegtuigen heeft Comac nog niet gebouwd, maar ze zijn op zich prima. Zo heeft China zelf iets gedaan aan zijn afhankelijkheid van Boeing en Airbus. Dat zouden we in Europa ook moeten doen.'

Van een bewuste, eenzijdige Chinese verstoring van de aanvoer van goederen is volgens Nijs geen sprake. 'Wij zorgen nu ook dat ASML bepaalde chipmachines niet meer voor China gaat maken. Andersom komen Amerikaanse microchips China niet meer in. Maar dat gebeurt allemaal niet op een manier dat de schappen in de supermarkt leeg zijn of industrieën geen grondstoffen meer hebben. Ik vind het een beetje gerommel in de marge. Als meer dan de helft van iets uit een bepaald land komt, moet je gewoon kijken of er geen alternatief te verzinnen is in Europa.'
Lees ook | G7: economische dwang van andere landen moet consequenties hebben
Kritieke producten
Uit onderzoek van de Europese Commissie blijkt dat Europa in maximaal zes procent van de gevallen is aangewezen op landen met min of meer een marktmonopolie. In de helft van die gevallen gaat het om Chinese producten. Zo is China met een aandeel van 90 procent wereldwijd verreweg de grootste producent van magneten en magnesium en is het land ook met voorsprong de grootste speler op het gebied van polysilicium, dat onmisbaar is voor de productie van zonnepanelen.'
‘We hebben eigenlijk een nietszeggend partnership met China’
Volledig loskoppelen van China is allang geen optie meer, heeft ook EC-voorzitter Ursula von der Leyen al geconstateerd. Maar het ontwikkelen van alternatieven des te meer. 'Daar komt het initiatief vandaan om als Europa de grootste batterijproducent ter wereld te worden. Dat is wat Von der Leyen bedoelt: als je ergens afhankelijk van bent, moet je met zijn allen een strategie bedenken om dat op te lossen. Daar wordt al heel hard aan gewerkt en we zijn al heel ver met dat traject. Ik vind het jammer dat we dát niet zo vaak lezen.'
Nederland alleen interessant als EU-land
Voor China is Nederland eigenlijk alleen interessant als het gaat om de EU, zegt Nijs. 'En ook Rotterdam is belangrijk voor ze, als doorvoerhaven naar de rest van Europa. Maar Nederland heeft zelf geen strategisch belang voor de Chinese economie wat betreft de toegang van onze grondstoffen of militaire taken. Je telt voor China pas mee als je echt iets hebt wat zij ook willen hebben. China kan het niet maken om de EU te negeren, maar Nederland op zich is strategisch niet heel erg van belang.'
Lees ook | Biden optimistisch over ontdooien betrekkingen met China na 'ballon-gate'
China hanteert een soort rangorde van internationale betrekkingen, waarin Rusland volgens Nijs bovenaan staat, en Japan onderaan bungelt. En wij staan maar net boven Japan. Met China hebben we eigenlijk een nietszeggend bilateraal partnership. China nodigt Nederland in feite uit om de vriendschap te versterken en steeds een stapje te klimmen in die rangorde. Maar dat is nog steeds niet gebeurd.'