
De bloedige onderdrukking van de studentenprotesten in 1989 op het Tienanmen-plein in Beijing ligt zeer gevoelig bij de communistische machthebbers. Decennialang was Hong Kong de enige Chinese stad waar jaarlijks het bloedbad, waar meer dan 1.000 studenten omkwamen, herdacht mocht worden. Sinds de invoering van de nationale veiligheidswet in 2020 is dat verboden en strafbaar.
Op 4 juni 1989 maakten Chinese troepen en tanks een bloedig eind aan vreedzame protesten op het Plein van de Hemelse Vrede, waarmee een abrupt einde kwam aan een wekenlange golf van demonstraties voor politieke verandering. Tientallen jaren lang, voor het verbod in 2020, trok de jaarlijkse kaarslichtwake in Victoria Park tienduizenden mensen.
Lees ook | Hongkong begint massaproces tegen oppositie
Victoria Park
Victoria Park werd de afgelopen drie jaar hermetisch geblokkeerd met metalen barrières om de wake of andere vormen van herdenking te voorkomen, gisteren werd een 'thuisstadbeurs' georganiseerd door pro-Beijing groepen om producten van het vasteland te promoten. De beurs duurt tot morgen.
Er was gisteren veel politie aanwezig in en rond Victoria Park. Agenten hielden mensen aan die door het drukke winkelgebied liepen en fouilleerden ze, terwijl er een gepantserd voertuig voor een winkelcentrum geparkeerd stond.
Lees ook | Bijna zes jaar cel voor Hong Kongse ondernemer en activist Lai
In een verklaring liet de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Antony Blinken weten dat de 'moed van de slachtoffers van het Tiananmenplein niet vergeten zal worden'. Hij voegde eraan toe dat de Verenigde Staten 'zullen blijven pleiten voor de mensenrechten en fundamentele vrijheden van mensen in China en de rest van de wereld'.