'Geen infiltratie maar integratie van leden Gülen-beweging'

Martin van Bruinessen, hoogleraar Islam en Arabisch aan de Universiteit Utrecht, deed in 2010 onderzoek naar de invloed van de Gülen-beweging in Nederland, in opdracht van het kabinet. Hij is zelf ook benieuwd naar de uitkomsten van het onderzoek van de advocaat. Volgens Van Bruinessen is er geen sprake van infiltratie, maar integratie en gaat het eerder om 'actieve deelname aan alle aspecten van de samenleving'. Leden van de Gülen-beweging zitten bijvoorbeeld in gemeenteraden.

De Gülen-beweging is ook een organisatie met een gesloten kant, weet Van Bruinessen, zoals de jezuïten en de vrijmetselaars die elkaar onderling sterk steunen en veel contact hebben. 'Maar die mogen ook in de Nederlandse samenleving functioneren. Tot dusverre heb ik geen overtuigende bewijzen gevonden dat er dingen hebben plaatsgevonden die niet in overeenstemming met de wetgeving mochten.'

Niet-sektarisch
In 2010 concludeerde Van Bruinessen dat de Gülen-beweging niet-sektarisch is en integratie bevordert. Die situatie is niet veranderd, zegt hij. 'De manier waarop we ernaar kijken en hoe Turkije dat doet is veranderd. Tot drie jaar geleden werkte deze beweging samen met Erdogan, en toen werd alles wat ze deden prachtig gevonden. Ze werden beschouwd als de zachte krachten van de Turkse maatschappij in de wereld.'

Van Bruinessen denkt dat het nog steeds goed is als in het Nederlandse regeringsapparaat mensen met een migratie-achtergrond vertegenwoordigd worden, en nóg beter als alle migrantengroepen erin vertegenwoordigd worden. 'Dat zou een betere relatie tussen het ambtelijk apparaat en de samenleving ten goede komen.'

Minister Asscher van Sociale Zaken laat een nieuw onderzoek naar Turkse organisaties in Nederland uitvoeren, waaronder de Gülen-beweging. De Turkse regering geeft de invloedrijke Turkse geestelijke Fetullah Gülen de schuld van de mislukte coup van vorige maand.