
In maar zeven procent van alle gevallen is de dader onbekend, terwijl het in 36 procent gaat om een direct familielid. Volgens Nationaal Rapporteur Corinne Dettmeijer richten we ons te veel op de zwemleraar: "Het is wellicht makkelijk om het buiten jezelf te zetten, maar ik denk dat mensen veel meer moeten kijken binnen het gezin of de familie."
Veel blijft onder de oppervlakte
Per jaar zijn er ongeveer 300 veroordelingen, een laag aantal. Dat zou volgens Dettmeijer ook te maken hebben met de familiaire sfeer waarin het misbruik plaatsvindt: "Als je kijkt naar de duur van het misbruik, dan loopt dat van éénmalig tot twaalf jaar. Dan kun je zeker wel zeggen dat het onder de oppervlakte blijft."
Een ander opvallende uitkomst, is dat het vaak gaat om één dader met één slachtoffer: "Dat beeld van de zwemleraar met heel veel slachtoffers komt dus ook hier vaak niet overeen met de realiteit."
Minderjarige daders
Volgens Dettmeijer is het van belang om goede voorlichting te geven over seksualiteit om misbruik te voorkomen: "In de Volkskrant schreven ze vanochtend dat er een taak ligt voor het onderwijs om ook jongens te onderwijzen hierover. Als je in mijn onderzoek ziet dat één op de zes daders minderjarig is, dan lijkt me dat heel belangrijk."