
In Nederland wordt zo'n 173 miljoen euro van de in totaal 13 miljard euro aan crimineel geld teruggepakt, blijkt uit eigen onderzoek van Unger. Dat aandeel ga je zeker niet vergroten door je publieke taken op grote schaal uit te besteden aan commerciële partijen, zoals banken, accountants en notarissen. 'Dat líjkt een forse besparing, maar dat is alleen zinvol als het geheel dan minder kost, en ik ben er niet zeker van dat dat zo is.'
Luister ook | We weten eindelijk hoeveel er wordt witgewassen
Nederland kan het bovendien niet alleen, meent Unger. 'Het helpt niet om witwassen te bestrijden als andere landen dat blijkbaar veel minder doen.'
Nationaal plan
Het kabinet kwam afgelopen zomer met het nationale plan 'aanpak witwassen'. Een goede eerste stap, zegt Unger, maar daar hoort een efficiënte, zelfverzekerde overheid bij. 'Adam Smith, de vader van de economie, zei al in 1776 dat een nachtwakersstaat voor minimaal twee dingen moet zorgen: recht en orde, en veiligheid.' De overheid en banken kunnen wél meer samenwerken om boeven op te sporen, onder meer op het gebied van ICT en het invoeren van een register. 'Dat is goedkoper dan wanneer de grote banken zelf iets moeten verzinnen.'
Luister ook | Witwassen | Brigitte Unger, Universiteit Utrecht
Politieke keuze
Niet bespáren, maar meer investeren in de opsporing van witwassen is daarom noodzakelijk, zegt Unger. Maar dat is uiteindelijk een politieke keuze, vindt Curd Brenninkmeijer, programmaleider witwassen bij de Landelijke Recherche. Door meer nadruk te leggen op de financiële kant van de bestrijding van zwaar georganiseerde misdaad, kun je al betere resultaten halen. Hij is optimistisch. 'Ik ben ervan overtuigd dat ik nog ga meemaken dat we jaarlijks een half miljard binnenhalen. Daarvoor moeten we de handen ineen slaan met andere partijen.'