Velen in de sector zijn met stomheid geslagen door de plotse draai van het ministerie. 'Ik weet van niks. Niemand eigenlijk, als ik zo rondvraag', zegt Mark Stoof, directeur van het Amsterdamse incassobureau OmniCas tegen BNR. 'Jij brengt me als eerste op de hoogte. Van het ministerie heb ik geen brief of iets ontvangen. Dat vind ik een rare gang van zaken.'
Connie Maathuis, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van gecertificeerde Incasso- ondernemingen (NVI), zegt dat incassobureaus ook nog in het duister tasten over de precieze eisen die aan hen gesteld worden onder de vergunningplicht. Volgens de wet moeten incassobureaus hun vaardigheid kunnen aantonen, een klachtenregeling hebben en helder communiceren met schuldeisers en mensen met schulden. Hoe precies invulling wordt gegeven aan deze algemene criteria is echter nog onbekend. De Raad van State werkt op verzoek van het ministerie nog aan een advies hierover.
Halszaak voor incassanten
Een vergunning wordt verplicht. De voorwaarden zijn voor incassobureaus dus een halszaak. Alhoewel voor veel zaken een overgangsperiode van een jaar gold, moest de klachtenregeling meteen na de ingang van de wet al op orde zijn. Maathuis eiste daarom duidelijkheid van het ministerie, maar die bleef uit. 'Mijn secretariaat wordt platgebeld met vragen, ook van niet-leden', zegt Maathuis.
Een woordvoerder geeft aan dat het ministerie van Veiligheid en Justitie nu streeft naar een ingangsdatum van 1 januari 2024. Wie daarna nog incassowerk verricht zonder vergunning is strafbaar. Momenteel kan iedereen nog een incassobureau beginnen. Met de vergunningplicht wil het kabinet consumenten beschermen tegen onjuiste incassopraktijken.
