De Blécourt stond aan de wieg van het beleid om meer vrouwen naar de top van het bedrijfsleven te krijgen. Het streefcijfer dat toen werd vastgesteld, dertig procent topvrouwen, vindt ze nu te vrijblijvend. 'Ik heb die wet destijds zelf geschreven. Toen was meer niet haalbaar', blikt De Blécourt terug. 'Maar we moeten nu naar een quotum, want het gaat te langzaam als we het met een streefcijfer blijven doen. In Raden van Commissarissen schieten we aardig op, dat gaat richting de 25 procent. Dan zou ik zeggen: waarom is het zo moeilijk om daar een quotum op te zetten als we toch al op de goede weg zijn.'
'Het schiet niet op'
Waar het goed gaat bij de RvC's, blijven de Raden van Bestuur achter. 'Dat begrijp ik ook wel. Nu zitten we op 7,1 procent. Als je ziet hoe moeilijk dat gaat, dan kan je het ook gestaffeld invoeren. Dus volgend jaar met tien procent, het jaar daarna vijftien procent en dan twintig procent. Anders schiet het niet op.'
De Blécourt ziet een systeem naar Italiaans voorbeeld wel zitten. 'Daar wordt het hele bestuur ontbonden als er niet aan het quotum wordt voldaan. Dan gaan de mannen wel vrouwen benoemen. Een boete werkt niet goed genoeg, maar als bestuurders zelf hun functie kwijtraken lukt het wel.'
Minister van Emancipatiezaken
Om het proces naar meer vrouwen aan de top nog een impuls te geven, pleit De Blécourt ook voor een minister van Emancipatiezaken. 'Die kan zich apart richten op emancipatie en een liftprogramma voor de overheid opstellen, waardoor vrouwen makkelijker voor banen in aanmerking komen. Dat mag een man zijn, maar het liefste natuurlijk een vrouw.'