Nederland moet de Olympische Winterspelen in Sochi boycotten. Rusland onderdrukt dissidenten en sluit ze op. En Rusland vervolgt homo’s.
De zogenaamde tegenargumenten? Ik ken ze allemaal nog van Peking 2008.
Zo zou je de Olympische Spelen niet mogen politiseren. Alsof het geen pure politiek van Poetin is dat hij ze naar Rusland heeft gekregen. Alsof de Spelen niet louter dienen voor binnenlands en buitenlands prestige.
De Spelen zouden een manier zijn om dialoog te starten en geleidelijk verandering te bereiken. In China werden de mensenrechten na de Spelen alleen maar harder geschonden. De Riefenstahlachtige ceremonies hadden gedaan wat de machthebbers wilden: hen gesterkt en het beeld gevestigd van de grootmacht. Precies wat Poetin nu ook wil.
Er zal worden gezegd: een boycot dupeert de sporters, en die hebben zo hard getraind. Ja, dat is zo. In Rusland worden homo’s gemarteld en vermoord en dat wordt toegedekt of zelfs gelegitimeerd. De vraag aan de sporter is dus: vind je het zo belangrijk om te laten zien dat je heel hard kunt schaatsen, dat je je wilt laten misbruiken ter meerdere eer en glorie van het regime dat daarvoor verantwoordelijk is?
De Britse kunstenaar Stephen Fry trekt in een oproep om de Spelen niet in Rusland te houden een vergelijking met de jodenvervolging. Die vergelijking wordt vaak te makkelijk gemaakt. Hier niet. De Russische wet tegen zogenaamde homopropaganda is flexibel genoeg om iedereen aan te pakken die zich als homo uit. Het is een wet die zich keert tegen mensen om geen andere reden dan dat ze zijn wie ze zijn.
De nuttige idioten zullen zeggen: Nederland is klein en wegblijven zal geen indruk maken. Twaalf jaar geleden stelde Nederland als eerste ter wereld het huwelijk open voor mensen van gelijk geslacht. Toen was dat exotisch, inmiddels krijgt het navolging over de hele wereld. Onze nationale trots zou dit keer niet moeten worden ontleend aan een plak meer of minder maar aan iets anders: al is het maar dat wij Kirill Kalugin laten weten dat hij en de andere Russische helden niet alleen zijn, niet onopgemerkt.