In het boek komen Freddy Heineken, Cor Boonstra, Johan Cruijff, Marcel Boekhoorn, maar ook Fidel Castro en François Mitterand aan bod. Een gek lijstje bij elkaar, maar voor schrijver Mark Blaisse een logische combinatie, want hij kent ze allemaal persoonlijk. 'Ik heb het geluk gehad dat ik in 30 jaar journalistiek van de ene bijzondere persoon naar de andere doorschoof', vertelt hij.
Eenzaamheid
Door zijn manier van praten en doen wist Blaisse dichtbij het neusje van de zalm te komen. Hij werd ingezet als consulent. Je zou hem een soort hofnar van de koningen kunnen noemen. Met een enkele topman raakte hij zelfs bevriend. Maar waarom brachten deze mensen zo graag hun tijd met hem door? 'Er is veel eenzaamheid aan de top', legt Blaisse uit. 'Ze vertrouwen niemand, maar willen wel mensen om zich heen hebben. Ze zoeken iemand die amusant is, die ergens over mee kan praten. Blijkbaar was ik daar goed in.'
Privé-zaken
In de portretten komen ook veel lelijke karaktereigenschappen voorbij zoals narcisme en gewetenloosheid. Er zijn verhalen over ongekende excessen en desastreuze fouten. Maar niet alles haalde het boek, vertelt Blaisse. 'Ik wilde karakters laten zien die onontkoombaar naar de top leiden. Soms ten koste van familie, vrienden en hun eigen ontwikkeling. Maar de echte privé-zaken, zoals gezondheid, heb ik eruit gelaten.'
Het boek begint bij Jan Peter Schmittmann, voormalig directeur van de ABN AMRO. Negen jaar lang was Blaisse als een meubelstuk bij de bank. Hij kreeg alles van dichtbij mee. 'Schmittmann dreigde de geschiedenis in te gaan als de grootste graaier van Nederland. Dat vond ik niet terecht.' En dus begon hij hem als persoon op papier te zetten, dat ging hem goed af en dat smaakte naar meer.
Bevlogenheid
'Baas boven baas' gaat over bevlogenheid, schaamteloosheid en alle andere aspecten die komen kijken bij een leven aan de top. Blaisse: 'Ik kan me heel goed voorstellen dat sommige van deze mensen in een moment van helderheid inmiddels hebben gedacht: mijn god, wat heb ik deze man allemaal verteld.'