Wanneer het ongezellig wordt op de apenrots
Bestuurlijke onmacht, ruzies en intriges: je komt ze uitgerekend tegen in gemeenten met een hoog ons-kent-ons-gehalte en een versnipperde raad.
Gisteren werd bekend dat waarnemend burgemeester Charlie Aptroot van Wassenaar een brief aan de gemeente heeft geschreven waarin hij een hard oordeel velt over de problemen bij de gemeente. Zo ziet hij een gebrek aan zelfreflectie en scheve verhoudingen en constateert hij dat er veel over elkaar is gepraat maar niet met elkaar.
In gemeenten met een hoog ons-kent-ons-gehalte is de kloof tussen politiek en burger niet al te groot, zegt redacteur Hans Bekkers van het blad Binnenlands Bestuur. 'Als dat heel dicht tegen elkaar aan zit en men elkaar bij gelegenheden telkens tegenkomt, dan kan het ontstaan dat er te weinig afstand is.' Bloemendaal en Wassenaar zijn niet de enige gemeenten waar ruzies en intriges op de agenda staan, maar smeuiige verhalen uit die plaatsen halen wel relatief vaak de landelijke media. 'Zeker als, zoals in het geval van de seksrel in Wassenaar, er seks bij komt kijken', zegt Bekkers. 'Maar wat misschien ook een rol zou kunnen spelen, is dat de aanwezigheid van de media in de Randstad wat dikker gezaaid is.'
Niet erg zakelijk
Maar ook buiten de Randstad zijn genoeg gemeenten te noemen waar het hommeles is geweest. Bunschoten, Stein, Brunssum, Losser, Zundert, Steenbergen, Menterwolde, Delfzijl, Maasdriel: Arno Korsten, honorair hoogleraar aan de Universiteit Maastricht en emeritus hoogleraar Bestuurskunde aan de Open Universiteit Nederland, somt ze moeiteloos op. De ingrediënten voor een probleemgemeente volgens hem: 'een versnipperde raad, waarbij het dringen is om de voorrang, zal ik maar zeggen. Ik heb het weleens een apenrotssyndroom genoemd.' Hij legt uit: 'Veel fracties met een omvang van gemiddeld minder dan tweeëneenhalf. En als je een fractie of vijftien hebt, dan is het dringen in die raad om het woord te krijgen. Vaak wordt er dan ook op de man gespeeld en is de discussie dus niet erg zakelijk.'
Als daar nog een gebrek aan visie bij komt, komt daar nog ad-hoc beleid bovenop, schetst Korsten. 'Men neemt in gelijke gevallen standpunt A in om een week later evengoed standpunt B in te nemen.'