Geluk met je genen
Het is een uitspraak van Johan Cruijff: als je gelukkig wilt zijn, moet je iets doen waar je gelukkig van wordt. Maar er zit een hele psychologie achter, die ook teruggrijpt op de eeuwige nature/nurture-discussie. Het is een gevoel, maar verdomd lastig te beschrijven, zegt Meike Bartels hoogleraar 'Genen en Geluk' aan de VU.
Een definitie van gelukkig zijn die je kúnt gebruiken is 'je goed voelen en goed functioneren', zegt Bartels. En hoewel geluk een subjectieve beleving is, weten mensen doorgaans echt wel wat je bedoelt als je vraagt of ze gelukkig zijn. 'Het is voor iedereen iets anders. Het gevoel wordt opgewekt door je biologie én door externe factoren. Die zijn allebei bij iedereen anders. Ik heb gekeken naar een- en twee-eiige tweelingen bij het Nederlands Tweelingenregister en daar kwam heel duidelijk uit dat er een erfelijke component is voor geluk.'
Bij de pakken neerzitten
Ooit was er een onderzoek naar de erfelijkheid van geluk bij eeneiige tweelingen die apart van elkaar opgroeiden én twee-eiige tweelingen die sámen waren opgegroeid. De uitkomst was dat de eeneiige tweelingen qua geluk meer op elkaar leken, zegt Bartels. Dat wil overigens niet zeggen dat je bij de pakken neer moet zitten als je maar een matige aanleg hebt voor geluk. 'Als iets een erfelijke component heeft, wil dat niet zeggen dat het niet kan veranderen. Het wil alleen zeggen dat het voor de één wat moeilijker is om te veranderen dan voor de ander.'