Het is maar een spelletje... toch?
Spelregels maken het spelletje en kunnen dus ook het hele spel veranderen als je ze aanpast. Dat gebeurt voortdurend om het spel eerlijker of aantrekkelijker te maken, maar het draait vaak genoeg toch ook om geld en macht.
Neem bijvoorbeeld de self pass, één van de grote veranderingen die in 2009 in het hockey werd ingevoerd, weet voormalig tophockeyer Jacques Brinkman. 'Dus dat je bij een vrije bal tegen, 'm zelf mag nemen. Dat heeft de sport enorm veel goed gedaan, sneller, minder gezeur. In alle simpelheid is het het beste: waarom hebben we het niet eerder bedacht?' Marjan Olfers, hoogleraar sport en recht aan de Vrije Universiteit, noemt nog wat voorbeelden: van gewoon gras naar kunstgras. Door die veranderingen is het niet alleen een ander spel geworden, maar moeten sporters zich ook heel anders voorbereiden.
'Regels veranderen om geld en macht'
Die regels veranderen volgens haar niet alleen om de sport aantrekkelijker of veiliger te maken, over de breedte van de sport speelt innovatie een grote rol, zegt Olfers. 'Grote veranderingen zijn nu het ontstaan van nieuwe sporten en ook e-sports, of mixen van al bestaande sporten. Zoals stand up peddelen, waarover een rechtszaak is aangespannen.' Is het namelijk een vorm van kanovaren of surfen? 'Er is een rechtszaak over omdat alle sportbonden als monopolisten zijn georganiseerd, die apart staan van elkaar maar hetzelfde spelletje claimen. Die willen natuurlijk erkenning bij het IOC hebben. Het gaat om macht en geld, waar het altijd om gaat.'
Wie bepaalt de regels?
De vraag blijft volgens Olfers altijd wie in de sport de regels vaststelt. Er zijn misschien wel wat sporters die rechtszaken hebben aangespannen en bonden voor zichzelf willen oprichten, vertelt Brinkman, maar Olfers zegt dat dat nog een utopie is. 'In een monopolistisch systeem moet dat in de top worden vastgesteld.'
Praktijkvoorbeeld: de klapschaats
Neem bijvoorbeeld de klapschaats, daarvan moest de internationale schaatsbond bepalen of dat mocht. 'Het was een innovatie die nieuw was, maar je ging ook sneller.' Dan moeten de regels ook voor iedereen gelden en gelijk zijn, overal ter wereld, zegt ze, zodat het spel gelijk is. 'En dat iedereen gebruik mag maken van die klapschaats. Anders is het weer niet eerlijk. Dan doet de ene helft mee, de andere niet en we weten al wie gaat winnen.'
Volgens Olfers hebben de sporters nog weinig over het vaststellen van de regels. 'De gemiddelde sporter wil eten, trainen, slapen en die wedstrijden doen en winnen, maar heeft op het hoogste niveau weinig zeggenschap omdat 'ie geen stemrecht heeft.'