Goederenvervoer op het spoor zal duurder worden - maar is dat zo erg?
De gebruiksvergoeding van het spoor zal met dertig procent omhoog gaan. Goederenvervoerders vrezen nu dat buitenlandse bedrijven hun goederen niet meer door Nederland laten transporteren. Maar Bert van Wee, hoogleraar Transportbeleid aan de TU Delft, maakt zich weinig zorgen over de maatregel.
Goederenvervoerders zijn boos op ProRail en hebben onderhandelingen met de railnetbeheerder afgebroken. ProRail wil de gebruiksvergoeding van het spoor voor volgend jaar met dertig procent verhogen. Maar daar zijn de goederenvervoerders het absoluut niet mee eens. Door de verhoging dreigt internationaal vrachtvervoer straks niet meer over het Nederlandse spoor te gaan.
Volgens Ad Toet, voorzitter van Koninklijk Nederlands Vervoer, staat de verhoging haaks op de ambitie van het kabinet en zal de concurrentiepositie van Nederland ernstig verzwakken. Tegen BNR zegt Toet: “Het niveau van de gebruiksvergoeding ligt nu op hetzelfde niveau als in onze grote buurlanden, bij voorbeeld Duitsland. Als je daar eens op hetzelfde niveau zit dan moet je ophouden met verdere verhogingen. Wij hadden in de afgelopen zes jaar 300 tot 400 procent verhoging gehad omdat we van een erg laag niveau afkwam. Maar daar moeten we nu niet verder gaan.”
"Anders gaat het ten laste van de belastingbetalers"
Bert van Wee, hoogleraar Transportbeleid aan de TU Delft en begrijpt wel dat de goederenvervoerders ontevreden zijn. Maar de tariefverhoging lijkt logisch, zegt van Wee: “De EU zegt sowieso dat spoorbeheerders de extra kosten van de treinen met internationaal vervoer op de routes in rekening moeten brengen, bijvoorbeeld de kosten van de stroom die zij verbruiken.” Anders komt dat volgens van Wee ten laste van de Nederlandse belastingbetalers. “En de lachende derde, dat zijn de Duitse bedrijven die dan heel goedkoop de goederen in Duitsland krijgen.”
Van Wee denkt niet dat Nederland zich met de hogere gebruiksvergoeding van het spoor uit de markt prijst. Voor het binnenlandse vervoer is de concurrentie “heel beperkt”. En voor het transport naar het Duitse Ruhrgebied zou het volgens van Wee niet zo erg zijn als 'een stukje marktaandeel' naar Noord-Duitse havens of aan Antwerpen gaat, omdat de vervoerbedrijven toch al niet zo veel aan de transport met de trein verdienen.