Terug naar 80 op A13 en A10
Het terugbrengen van de maximumsnelheid is slecht voor de doorstroming op de A13 bij Rotterdam Overschie en de A10-west bij Amsterdam. Dat meent de Verkeersinformatie Dienst in reactie op de verlaging van de maximumsnelheid op die wegdelen door minister Schultz Van Haegen.
Over het algemeen geldt volgens Patrick Potgraven van de VID dat de hoeveelheid voertuigen die een weg kan afwikkelen bij 90 kilometer per uur optimaal is. "Ligt de maximumsnelheid hoger dan 90, dan zal de snelheid bij drukte vanzelf omlaag gaan naar die optimale snelheid. Een maximumsnelheid van 80, zeker als die gecombineerd wordt met handhaving in de vorm van trajectcontrole, zorgt ervoor dat de doorstroming nooit dat optimum kan bereiken."
Een lage snelheid zorgt ervoor dat voertuigen relatief dicht bij elkaar rijden en zich minder verspreiden over de beschikbare rijstroken. Dat maakt voegbewegingen, bijvoorbeeld voor verkeer dat naar een afrit wil, lastiger en kan daarmee schokgolven in het verkeer veroorzaken. Het toenmalige Ministerie van Verkeer en Waterstaat moest na de invoering van 80 kilometer op een aantal wegvakken toegeven dat de doorstroming onder die verkeersmaatregel had te lijden.
Maximumsnelheid
Op 29 maart wordt de maximumsnelheid op de A13 bij Rotterdam Overschie en de A10-West in Amsterdam weer naar beneden bijgesteld tot 80 kilometer per uur. Hoewel de vervuiling op beide trajecten binnen de gestelde normen blijft, heeft VVD-minister Schultz besloten preventief in te grijpen, nadat ze enkele jaren geleden de maximumsnelheid juist had verhoogd van 80 naar 100 kilometer per uur. Daarop kwam en storm van protest los vanuit omwonenden en organisaties, waarna ze haar besluit nader moest onderbouwen.
Nieuwe berekeningen van de luchtvervuiling op de A13 geven aan dat de vervuiling bij een snelheid van 100 kilometer per uur binnen de gestelde normen blijft, maar dat kan op 1 januari 2015 wel eens anders zijn. Schultz verwacht dat een substantiële afname door de opening van de A4 Delft-Schiedam ruimte biedt om opnieuw naar de snelheid te kijken.
Vervuilingsnormen
Op de A10-west heeft op dit moment alleen op een kort traject met aan beide zijden van de weg een flat de luchtvervuilingsnormen worden overschreden. De verontreinigde lucht hoopt zich er bij de onderste verdiepingen op.
Op de A12 bij Voorburg (de stad uit), de A2 door Maastricht en de A28 bij Zeist houdt Schultz wel vast aan snelheidsverhogingen, omdat de omstandigheden daar anders zouden zijn dan bij de A13 en de A10-west. Schultz meldt aan het AD dat ze het graag anders had gezien. "Maar als het niet kan binnen de norm, wil ik niet degene zijn die de snelheid toch omhoog houdt. Want mensen moeten blijven geloven in mijn belangrijkste boodschap: sneller waar het kan, langzamer waar het moet."
Schonere auto's
Ivo Stumpe van Milieudefensie is blij dat Schultz tot inkeer is gekomen. "Ze heeft twaalf weken gerekend aan die uitspraak van de rechter. Het lukte niet om harder te gaan rijden en binnen de normen te blijven, dus ik ben heel blij. De situatie van omwonenden is flink verslechterd. Het zijn de smerigste plekken van Nederland, dus we kunnen ons daar geen verdere vervuiling veroorloven. Het is vooral heel cynisch dat juist op een plek waar het zo smerig is en we iets moeten gaan doen om de luchtkwaliteit te verbeteren, de minister plannen maakt om de situatie te verslechteren."
Dit is slechts een eerste stap, zegt Stumpe. Uiteindelijk zijn schonere voertuigen de enige echte oplossing. "Lagere snelheid is een heel simpel ding, maar dit had natuurlijk nooit zo mogen gebeuren. We moeten even kijken wat het effect is, wij gaan ervan uit dat het 3 à 4 microgram gaat schelen en dat is voor Amsterdam-West niet genoeg."
Eerder speelde een vergelijkbare kwestie bij de A12 in Den Haag, zegt Stompe. "Daar was de snelheid lager vanwege de luchtvervuiling en heeft de minister de snelheid verhoogd. De rechtszaak hebben we verloren omdat er geen meetpunt stond."
Onder de norm
Tegenover BNR laat Schultz weten dat wat haar betreft het motto blijft: 'harder waar het kan, langzamer waar het moet'. "Berekeningen geven aan dat de vervuiling onder norm blijft, maar ze moeten ook de metingen meenemen op sommige plekken waar de bebouwing dicht op elkaar staat. We zijn opnieuw gaan kijken, maar bij enkele specifieke gebouwen gaan we eroverheen. En als het nodig is, vind ik dat ik het uit voorzorg omlaag moet brengen, tot er verbeteringen zijn opgetreden."
"Er zijn maar vier wegen waar de gebouwen zo dicht op de weg staan. Bij de andere twee is de specifieke problematiek niet aan de orde, door ondertunneling. Als je gebouwen héél dicht langs de weg hebt, kan de fijnstof blijven hangen en dat is alleen op deze specifieke locaties. De situatie elders is hetzelfde, maar daar zijn de meetplekken veel meer verspreid. We hebben advies van RIVM ingewonnen en die zegt dat alleen als sprake is van bebouwing heel dicht op de weg, moet je die meetpunten ook meenemen."