
De reparaties waren op dat moment niet noodzakelijk. Er was geen sprake van een acuut gevaarlijke situatie die om direct ingrijpen vroeg, blijkt uit onderzoek van de Inspectie voor Leefomgeving en Transport (ILT) en TNO, schrijft staatssecretaris Wilma Mansveld (Infrastructuur) maandag aan de Tweede Kamer.
Procedures niet gevolgd
Volgens de onderzoekers zijn de gebruikelijke procedures van
ProRail niet gevolgd. Dat leidde tot onduidelijkheid bij het
uitvoerend personeel. ProRail heeft inmiddels stappen genomen om
soortgelijke problemen in de toekomst te vermijden. Zo worden onder
meer medewerkers beter getraind op het navolgen van procedures.
"ProRail is er met TNO van overtuigd dat, indien de juiste procedures en routines gevolgd waren, er op 19 februari ook in Den Haag sprake zou zijn geweest van een beheerste buitendienststelling zonder ingrijpende gevolgen voor het reizigersverkeer'', aldus Mansveld. De ILT kijkt in het najaar hoe het staat met de genomen maatregelen van ProRail.