'Slim laden elektrische auto's moet de norm worden'
Zeven op de tien gemeenten zijn nog onvoldoende voorbereid op de groeiende vraag naar laadpalen tot 2020. Veel gemeenten zijn voortvarend aan de slag met het plaatsen van laadpalen voor elektrische auto's, maar vooral enkele grotere gemeenten hebben nog een lange weg te gaan.
Toch is het de bedoeling dat in 2050 álle auto's in Nederland elektrisch rijden, bevestigt ook Onoph Caron, directeur van de stichting ElaadNL. Over een jaar of twee hebben bovendien de eerste elektrische auto's al dezelfde actieradius als een 'reguliere' benzine-auto, zegt hij. 'Nu ga je ook niet elke dag naar de pomp toe, dat zal met laden straks niet heel anders zijn. 85 procent van het bijladenladen zal thuis of op het werk gebeuren, voor de 15 procent dat dat niet nodig is, ga je snel laden bij een tankstation en dan is de auto met tien minuten weer vol.'
Systeem afgeschreven
Een jaar of tien geleden werd nog geëxperimenteerd met het vervangen van de complete accu, maar die proef is een vroege dood gestorven, omdat het logistiek te ingewikkeld bleek, zegt Caron. 'Je hebt allerlei standaarden nodig omdat elke auto ongeveer met hetzelfde rijpakket moet rijden. Dat gaat niet zo goed, dus dat systeem is eigenlijk afgeschreven.' Bovendien is het niet meer nodig, benadrukt Caron. 'Tegenwoordig liggen die accu's gewoon in de bodemplaat van de auto en daarmee kun je gewoon 400 à 500 kilometer rijden, zonder te wisselen.'
Warmtepompen
Meer vertrouwen heeft Caron in de ontwikkeling van laadpleinen, waarin verschillende functies worden gecombineerd. 'En als we nóg verder in de toekomst kijken, zal inductief laden heel gebruikelijk zijn, dan heb je helemaal geen laadpunten meer in het straatbeeld.' Dé grote uitdaging is voor de netbeheerders, zegt Caron. 'Als je een Tesla aansluit heb je een stroompiek die net zo groot is als die van tien huishoudens. En als je dan ook nog met warmtepompen gaat werken, hebben de netbeheerders echt een uitdaging.'